Verzameld werk. Deel 3(1976)–Pierre Kemp– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 1237] [p. 1237] De regenboog der H. Eucharistie Toen leidde Hij mij naar oneindigheid Van spiegelende zee, zo strak en stil, Waar blauwige almacht van een effen lucht Het ogenloos gelaat in blonk en wees Een 't worde-licht-gebaar. Een zengen drong De ruimte in of Zijn hand een edelsteen Geslepen vuur omhoog hield, of de zon Brandde op de hoog geheven top Zijns Vingers, Gelijk op kathedraal een kruis, dat blinkt Of 't ware een sterke ster in 't ochtendgloren Op 't wit azuur der lucht. En op die wenk Ziedde de zee, die spieglend strak en stil Bleef, maar een neevlen rees doorgloord omhoog En vulde, aan de overzij van waar Hij stond Met heilge vinger in de lucht geheven, En waar de zon, meer donker dan de maan Aan zonneloze zijde, rolde voort Met al de sterren zwervend sintelgrauw Als veel verdoemde ziele' op helletocht, 't Heelal. De doom der zieding rees als goud Met staag gestijg en met de stijging bouwde Zich boog van regen op en onder 't vlak Der immerstille en altoosstrakke zee En hoger rees de gulden mist en schoner Werd elk segment en heerlijker van gloed, Tot dat de wolken vulden heel 't azuur En pralend stond voor mijn verbaasd gezicht Een glansenring van zeven gordels kleur. Toen zag ik eerst, dat er een regen viel Hoog uit de boog en ieder drop, die ging De boog voorbij door boog te zijn, zijn kleur Behield en zo verdween in 't vlak dier zee, Om weer te rijzen, als een schone doom, Gedwongen door de kracht dier vreemde zon, Maar goudgelukkig, dat hij stijgen mocht. [pagina 1238] [p. 1238] Zo vatte dan die boog een wereld saâm En ieder druppel van die regen ving Een afglans van de schoonheid, die maar bleef, Tot hij weer keerde in zijn groot element. Zo zag ik 't zinnebeeld van 't allerreinste Volkomen schoon dat wederweelde zoekt In dit geen Licht zijn, maar in eeuwge dronk Behouden kunnen 't stralende genot, Wanneer de macht van 't eigen element Gestorven is en ze eenmaal stijgen naar Die Goddelijke Dageraad, gekroond Tot een der prachten van de vaste boog Van Licht in ziel, waar 't blauw en geel en rood Der Allerheiligste Drievuldigheid Stralen door 't Teken van het Nieuw-Verbond, De Regenboog der Heilge Eucharistie. Januari 1915. Vorige Volgende