Dankwoord (op de band uitgesproken) voor de Constantijn Huygensprijs, 30 november 1956
Nu ik zelf niet kan komen, is hier mijn stem. Vooreerst om het bestuur van de Jan Campertstichting en de Jury van ganser harte dank te zeggen voor de toegekende Constantijn Huygensprijs. Vervolgens om het hooggeachte gezelschap hier te groeten voor de betoonde belangstelling.
Er is mij verzocht iets te zeggen over mijn bekroning, maar dan moet ik de muziek, de kleuren en de lettertekens even om mijn stem laten komen, om mij die luister bij te zetten, die mij persoonlijk ontbreekt. De Muzen mogen dat ook doen en het mogen er zelfs meer dan negen zijn, omdat wij in de moderne tijden met dit aantal niet meer rond komen. Eigenlijk moet ik mijn bekroning delen met de zon, zonder wie wij niets zijn, want mijn dichtwerk is niets anders dan haar werk, even oud en even jong.
Ik noemde daar de muziek. Waar heb ik die het eerst ontmoet? Omstreeks mijn derde jaar liep ik op het terras van een buitencafé plotseling naar de piano en begon daar, zo voor het vuistje weg, zeer modern op te spelen. Toen werd ik door Cila, een buurmeisje, dat veel met mij stoeide, bij mijn armpjes gegrepen en gezoend. Ik begreep, dat dit mijn eerste honorarium betekende en dat ik deze fugitieve wijze van betaling bijzonder attractief vond. Ik had de mond van Cila tot dan toe meer bezig gezien met kersen, die haar broers ons uit de bomen toewierpen en die wij eerlijk deelden. Maar de vrouw als het valse geniepige vrouwtje zou ik eerst drie of vier jaar later leren kennen, zoals nadien uit mijn lange gedicht ‘Pacific’ is gebleken. Wat ik daar op de piano heb gespeeld was pure muziek, de puurheid misschien te vergelijken met die van pure chocolade.
De derde grootheid, na de muziek en na de vrouw, de kleur, moest nu komen en zij kwam al gauw in diverse invasies met kleurpotloden, pastels, waterverf en ten slotte met olieverf, voor zover zij zich al niet had gemanifesteerd in regenbogen, lampkristallen en geslepen spiegelruiten. Toch moest ik op 1 augustus 1936 het volgende dichten: