Verzameld werk. Deel 2(1976)–Pierre Kemp– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 813] [p. 813] Bel in droom De huisbel rinkelt. Het is nacht. Alles staat in een zwarte vloed van lucht. De bomen voelen elkander onverwacht in blaren waar de wind door vlucht. Mijn droom is uit. Ik staar in 't paars, dat om mijn bed vlot langs mijn wang, die niet in 't kussen ligt. Er drukt iets zwaars mijn ogen dicht. Stil blijft de gang. Ik weet ineens. Mijn mond werd droog, mijn lippen krompen. Droom ik droom? Komt weer die geest, die de bel bewoog, als schim tussen populier en gnoom? Waarom nog schim? Alsof bij nacht een bel geluid wordt door 'n aanwezigheid alleen. De straat blijft lijk. Een grote ster flitst fel door 't niets van al die duisterheden heen. Vorige Volgende