Verzameld werk. Deel 2(1976)–Pierre Kemp– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 782] [p. 782] Zonnehymne Ik bouw maar aan een landschap met mijn ogen en in de bloemen zet ik beeldjes licht, die 'k scheppen blijf van onder wenkbrauwbogen en langs de wimpers van mijn aangezicht. Mijn grote Moeder Zon is hun gelijke en op de punten van de bomen zet 'k naar standing hun typen en de minder rijken zeggen bij windweer het intens gebed. Ik word de vader daar van al dat bidden en zulk een stichter van verhoogde kleur, dat ik als dwaas moet wandlen in hun midden en met mijn neus aan héél wat landschap geur. Mijn armen en mijn benen worden bladeren, mijn kleren zijn te veel, ik doe ze weg. Mijn gekke huid straalt sterker stuwende aderen, nu ik mijn Zonnehymne dankend zeg. Vorige Volgende