Verzameld werk. Deel 2(1976)–Pierre Kemp– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 732] [p. 732] Niet volgens Sheherazade Aladin zit op zijn hoge stoel naast zijn bruidje met vermiljoene schoentjes, het lila broekje met nopjes rood als pioentjes, witte sokjes houden haar enkels zoel. De Slaaf van de Lamp kijkt van terzij: had ik toch zulk een ding en was ik vrij, ik kocht het mij om mee te spelen. Aladin heeft toch te veel juwelen, die hij als water in zijn vazen giet. Maar ik ben zwart, met witte strepen in mijn rode hemd! Ik ben de Kracht, zij is het Lied, dat ik van Moeder ken en ze is mijn zin. Zeg Aladin, waar wil die neger heen? Richt de stralen van die blauwe edelsteen aan je tulband eens op zijn achterkop! Misschien vergeet hij mij en geeft hij me op. Hij loert mij zo alleen. Vorige Volgende