Verzameld werk. Deel 1(1976)–Pierre Kemp– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Havencentrum Ballade Een man zit boven de loswal te zingen. Een oud lied. Nog grijpt het aan. De vrouwen aan de overkant dwingen zich vergeefs het te weerstaan. Het gedruis in de haven begeleidt het refrein. De sfeer van de zomer vrijt met de scheepslucht rond die ballade. Hij beminde haar teer en mist haar nog zeer, al had zij hem nog zo verraden. Toen kwam zij terug, schoof haar schoentje weer tussen zijn knieën en vleide om genade. Haar schoentje heeft hij niet weggeschoven. Hij stond op, geen woord, is weggegaan. Hij sloeg haar niet eens het onderste boven en dát heeft het haar aangedaan. Het rood van haar wangen schrok uit haar gelaat. Hier werd Maastricht één Grote Haat. Vorige Volgende