Verzameld werk. Deel 1(1976)–Pierre Kemp– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 293] [p. 293] Van een papieren knaapje Ik tekende een papieren knaapje en blies mijn adem over zijn haren. Als ik straks mijn geheugen verlies, zal het het zijne wel bewaren. Ik kleurde zijn jasje potlood-blauw en zijn broekje potlood-rood. Het zal door 't leven moeten zonder vrouw, maar daarom gaat het ook niet dood. En weer blies ik mijn adem, op zijn ogen: het mocht zien, wat ik al niet meer zie en op zijn oren: het mocht worden bewogen door een onsterfelijke melodie. Zwart potlood wreef ik nog op zijn schoenen, zij blonken haast als de maan. Ik ben, moest het zich toch door 't leven zoenen, met wat rouge langs zijn lippen gegaan. Toen was het klaar en had het afgedaan. Ik deed het weg en heb nog dit vernomen: een meisje raapte 't op, nam het glimlachend aan en zo is ook dit knaapje op school gekomen. Vorige Volgende