Verzameld werk. Deel 1(1976)–Pierre Kemp– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 238] [p. 238] Pessimisme Als mensenvrucht loop ik te dwalen met mijn sappen onder mijn huid door de parken en de beemden in de dalen, waar een vogel fluit. Ook ik heb steeds veel gefloten en als ik dit nu nog zelden doe, weet ik de bloemen van mijn jeugd gesloten en de enkele opene haast toe. Ik ben wel dichter, maar wat kan ik scheppen aan zon, die alles leven doet? Mijn rijmen zijn struikerig en als de steppen en zonder een licht is er geen moed. Ik tracht wel voor een bloem te vergeten en scheid er de vorm van de kleur. Ik wil van geen ouderdom weten, want de eeuwigheid geeft geen geur. In de lucht zoek ik naar witte handen, passend bij het weefsel der bloem en ik voel mij tot in mijn randen, als ik dat passende wezen noem. Wat zaad zal ik nog kunnen geven? Neen, liever geef ik hem niet, want al wat gedoemd is te leven teert op vruchten van anders Verdriet. Vorige Volgende