Verzameld werk. Deel 1(1976)–Pierre Kemp– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 224] [p. 224] Finale Maar nu neem ik dit ‘hij’ tot mijn beschik en al dit nijdgesmaal verglorie ik. Die Donkere-Anonieme-der-Jasmijnen, nerveuze Vrouw met speciale lijnen, waarop God niet jaloers werd - zij is Zijn dier, gelijk wij dat allen zijn - en mijn pleizier aan haar geklede en ongeklede Emotie vindt in mij weerklank van uitgeweider notie, dan jurken spannende met poule-motieven in wit en koningsblauw om de statig-lieve en evenwichtige bekoorlijkeden van wie niet donker zijn zou en te treden meent in het volle licht, waar de Anonieme wil zwerven in de schemering van het intieme. Om daar met timbre, haast moederrijp, te zingen over het kinderen der dingen tussen het lover en tussen de glimlach ener overgave om boven de vruchten van haar buste te geloven, hoe zij haar deel aanminnig voorbereidt in het grootse werk der groene vruchtbaarheid. Hebt je zulk een mond als zij? Wat geeft het mij, als ik er maar je lievelingslikeur proef branden op je stuk humeur en nauw iets van je Spaanse ziel? En kun je je ogen sluiten als zij dat kan? In-stil en toch bewogen tot zij de ziel roept uit mijn lippen en ze drinkt gelijk ik ze haar bied? Ik luister... en er klinkt niets van je wederwoord. Het wordt ook niet verwacht. Maar in háár zoek ik de vergetelheid voor deze nacht zo lentig-zomers, vol van uilig ruisen der noctophile vlinders om het suizen van de bloeiende ligusters en dat air boven de zwijmende textielen op Cythère... Zij beidt in het sluieren van de geur der zilverlinden. [pagina 225] [p. 225] Met straling, nimmer aan jouw mond te vinden, ontvang ik nu in overpracht van rhythme en vuur haar Vrouw, meer dan als heet segment Natuur, bereid tot elke gift. Ik maak haar ogen snel tot concubinen van de mijne in het spel te keren op de divan van haar wangen de mijne in het steigeren van mijn verlangen en met de lippen gloeiend en wond beslaap ik de bloemkolf, kloppende in haar mond, terwijl ik in ultime tongenkus het heimwee naar de paring niet meer sus. Vorige Volgende