Stabielen en passanten(1934)–Pierre Kemp– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 35] [p. 35] Nachtverlangen De heeren torens hebben mij vannacht gegroet! De maan vloog blank en breed. De lucht was goed, als groen likeur groot over 't dal verzaamd. Er klonk een ruime klank, ook klok genaamd. De blauwe dijen van de huizen blonken. De ronde borsten van de bruggen zonken. Er zwol een naam uit iedere stratenvouw mijn zoekende oogen langs. Die naam was: Vrouw! Vorige Volgende