Limburgensia
(1947)–Mathias Kemp– Auteursrecht onbekend
[pagina 155]
| |
Toen dit werkje verscheen, was het Limburgsche steenkoolbekken eerst in zijn opkomst; de productie bedroeg toen nog maar een paar millioen ton, van de twaalf mijnen was nog eerst de helft in bescheiden opbrengst en niets liet toen voorzien, dat er eenmaal een veertigduizendtal arbeiders ons de vijftien millioen ton kolen zouden opleveren. De hoofdingenieur der mijnen, chef van het Staatstoezicht op het mijnwezen, wilde blijkbaar vooral principieele dingen vastleggen. Achtereenvolgens behandelt hij: de aardlagen welke het steenkolengebergte van Zuid-Limburg bedekken, de constructie van het steenkolengebergte, het productieve steenkolenterrein, de magerkolengroep, de halfmagerkolengroep, de smeedkolengroep, de vetkolengroep en de gas- en vlamkolengroep. Hij definieert bepaalde begrippen op dit gebied en schetst tenslotte de overeenkomst der kolenlagen in Zuid-Limburg en in Westfalen. Aan dit werk is toegevoegd, in den band, een map met 1 kaartje en 5 boorprofielen. Al zijn laatstgenoemde wel niet meer volledig, ze blijven natuurlijk van documentaire, historische waarde. |
|