157. Harie Loontjens. Kribbelkes; gediechskes in 't Mastreechs. Mastreech, Gebr. van Aelst, 1941. (91 blz.)
Als men den bloei onzer letterkunde in streektaal afmeten mag naar het aantal uitgaven in dialect, dan beleef t ze wel een gunstige periode. Gezien den beperkten omvang van het taalgebied, verschijnt er heel wat in het Trichtsche idioom. De invloed der vereeniging tot instandhouding en bevordering der streektalen in Limburg (V.E.L.D.E.KE.) doet zich voelen. Tot de promotoren der dialectbeweging behoort ongetwijfeld Harie Loontjens, niet alleen vanwege zijn werk op organisatorisch gebied, doch ook door zijn productiviteit als dichter en prozaschrijver. We kenden dezen auteur als poëet in vlotten stijl; hij weet behendig te rijmen en zingt argeloos van de dingen des dagelijkschen levens, van zijn stad en van kerkelijke feesten. We kennen van hem ‘veerskes’, die voor geen van langer gereputeerde dichters onderdoen. Daarom is het jammer dat hij een niet wat strenger keur toepaste; tusschen deze ‘kibbelkes’ sloop het een en ander dat, als te klein van allure, gemist had kunnen worden. Onze historicus Dr. A. Kessen leidde den bundel bij den welwillenden lezer in.