143. Zuid-Limburgnummer van de Gemeenschap. - Utrecht, Gemeenschap, 1930. (81 blz.)
Er zijn vaker Limburgnummers van tijdschriften verschenen, vaak met een ideëele bedoeling, soms alleen maar om, via goed betaalde advertenties, iets aan ons gewest (zooals gisteren aan een ander) wat te verdienen. Bij ‘De Gemeenschap’ zat een ideëel doel voor: ‘het wekken van het besef, bij velen, dat er in de enclave, en in den omtrek daarvan, bijzondere begaafdheden waren en aanwezig zijn voor velerlei vormen van hooger cultuur-leven.’ Een tijdschriftnummer als dit, hoe omvangrijk ook, kan nimmer volledig wezen. Steeds constateert men het ontbreken van namen: de een wil niet meewerken, de ander mag niet, een derde werd vergeten, een vierde zond niet tijdig in. Men heeft de samenstellers van dit nummer kliekjesgeest verweten en een wat bekrompen kijk op de Zuidelijke psyche. Inderdaad ontbreekt in dit no. de literatuur in streektaal al te zeer. Van de jongeren, die omstreeks 1935 naar den voorgrond komen, is dan, in 1930, blijkbaar nog geen notabel genoeg. Overigens zien we de meeste bekende namen toch wel vertegenwoordigd, schrijvers met bijdragen in proza en poëzie, schilders en beeldhouwers met reproducties van werk, architecten met afbeeldingen van gebouwen.