102. L.H.J. Lamberts Hurrelbrinck, Ruzies in het dorp. Maastricht, Boosten & Stols, (1929). (213 blz.)
Dorpsruzies zullen wel niets specifieks Limburgsch wezen, doch ze komen in ons gewest nogal voor. Het kan aan ons licht ontvlambaar temperament liggen. Soms hebben die veeten ook gunstige gevolgen, wanneer b.v. uit onderlingen wedijver twee muziek-corpsen omhoog streven en daardoor, voor hun doen, groote dingen bereiken. Gewoonlijk is het evenwel anders; in den regel leiden de dorpsruzies tot krakeel en vechtpartijen, tot bebloede koppen en soms nog erger. Lamberts Hurrelbrinck bleef in dezen roman - een van de laatste boeken van den dan al bejaarden schrijver - zijn kijk op het Limburgsche volksleven trouw. Weer schildert hij ons den forschen, rauwen doch niet onsympathieken kant van onze dorpsmenschen. De arme Boven- en de rijke Beneden-Graathuizers kunnen niet goed met elkaar opschieten. De Oostganger Dresen vooral speelt een rol in deze dorpsgeschiedenis; aanvankelijk de schrik der Beneden-Graathuizers, wordt juist door zijn liefde tot het rijke boerinnetje Treeske, de vrede tusschen hoog en laag, arm en rijk gesloten. Volgens het prospectus