44. P. van Eijk, In de Nederlandsche hooglanden. Sommelsdijk, Boekhoven, 1908. (67 blz.)
Limburg op wel zeer eigenaardige wijze gezien. In den zomer van 1908 maakten een 12-tal studenten van een landbouwcursus, onder leiding van een landbouwconsulent uit Goeree en Overflakkee, een uitstapje naar ons Zuiden. Voor die jongelui uit de lage landen bij de zee was ons Geuldal vooral wel een andere wereld. Van ons gewest ‘met zijne zee van heuvels, met zijne heerlijke berglucht, met zijne prachtige panorama's’, werd noode afscheid genomen. De rapporteur der excursie heeft ongetwijfeld open oog gehad voor het landschappelijke schoon van ons ‘hoogland’, maar hij vergeet nimmer het doel der reis. Reeds bij Venlo noteerde hij het bijzondere der omgeving op landbouwkundig gebied. In Heerlen maakt hij kennis met de in opkomst zijnde mijnindustrie, vertelt over de Bokkenrijders, wandelt door Valkenburg, doch vergeet niet op te merken wat het eigenaardige is van den Zuid-Limburgschen land-