De groote drijver
(1927)–Mathias Kemp– Auteursrecht onbekend
[pagina 100]
| |
1e Tooneel.
Holset. Geestelijke. Wachter.
HOLSET
tot wachter.
Gij wilt U wel even terugtrekken. Vluchten kan ik toch niet. Dat is ook maar beter. Nu komt de rust dra voor mij.
Wachter trekt zich terug.
HOLSET
tot Geestelijke.
Ik geloof dat de eeuwigheid voor mij snel nadert. De gedachte verplettert mij toch niet. Groot heb ik mij nimmer gevoeld; alleen kon ik niet blind ervoor wezen, dat de meeste anderen nog kleiner waren dan ik. GEESTELIJKE
Verneder U in deze stonden. HOLSET
Ik heb altijd waar willen wezen, en ongedwongen zien en voelen. Voor God moest ik dan nederig zijn, voor de menschen niet altijd. Het oogenblik komt nabij, waarin God zal oordeelen over mij, naar den staat waarin ik de eeuwigheid zal worden ingestooten. De raad der momenteel winnende legeraanvoerders zal binnen een half uur vonnis vellen. Laten wij van het einde spreken. Ik wil gereed zijn. GEESTELIJKE
Gij zijt in den ban. | |
[pagina 101]
| |
HOLSET
De ban werd niet opgeheven, daar zorgden vrienden voor. GEESTELIJKE
Dan kan ik uw biecht niet hooren. HOLSET
Er is immers doodsgevaar. Gij begrijpt wel hoe het vonnis zal luiden. Vóór de opstand onderdrukt kan wezen, moet ik verdwenen zijn. GEESTELIJKE
Hebt gij berouw over het ontzettende kwaad dat gij hebt aangericht. Zooveel millioenen dooden en gewonden, zooveel ellende en roof, kerken en kloosters en steden verwoest, Godgewijde maagden onteerd.... HOLSET
Weet ik dat allemaal niet beter? Ik wil berouwen, al wat voor God kwaad moge wezen, ook al ware het de daad, waarvan ik de groote glorie voelen blijf tot in het opperste moment: de dood. Ik wil betreuren, al wat strijdig was met Gods wil, ook al kan ik dat niet inzien. Ik erken mijn inzicht als onvolmaakt en troebel en verwerp wat slecht zou wezen, omdat het tegen de hooge wijsheid en goedheid Gods indruischt. GEESTELIJKE
Vreest gij den dood? HOLSET
Nog altijd niet. Ik heb heel mijn leven onder een lichte narcose geleefd, die voor mij bijna pijnloos deed wezen, | |
[pagina 102]
| |
wat anderen als felste leed voelden. Zoo sta 'k nu voor het einde. Ik drijf erheen zonder het goed te kunnen begrijpen. Toch voel ik de huivering van het geweldig mysterie door mijn wezen dalen... Neemt gij vrede met mijn zielstoestand, laten wij dan even naar den biechtstoel daar ginder gaan.
Beiden ierzijde af.
| |
2e Tooneel.
Lotte, Darkhine.
DARKHINE
De wachters behooren tot een opstandig regiment uit zijn land; ze laten zich misschien bepraten.... Waar is hij? LOTTE
schreiend.
Denk je waarlijk dat hij verloren man is? DARKHINE
Nu de Aziaten zien, hoe snel de opstand Rusland nadert, beginnen ze voor hun macht te vreezen. Hun verraad lijkt me maar schijn; ze willen van twee kwaden het minste kiezen. LOTTE
Als de opstand in Midden Europa nog bedwongen kan worden? DARKHINE
Ik geloof niet meer eraan. Onze hoofdmacht trekt in paniek terug. Het zou hem toch niet meer redden. Iedereen weet dat met hem de organisatie van den inval neerstort.... ik geef hem dus geen half uur meer. | |
[pagina 103]
| |
LOTTE
uitbarstend.
Dat alles is de schuld van die slet. DARKHINE
Ze gelooft het en wil het anderen doen gelooven. Zeker heeft ze een funesten invloed gehad op onze Buddhistische en Mohamedaansche bondgenooten!... Maar de fatale slag viel toch in het Westen. | |
3e Tooneel.
Vorigen, Holset, Geestelijke.
HOLSET
De koude der naderende eeuwigheid vriest al het kleine en onreine weg uit mijn ziel. Alles is nu geleden en bijna voorbij. Ik dank jullie wel. Jou Darkhine, voor je wilde begeestering. Ik wees maar het doel en in de verte soms de wegen erheen, maar door jouw zangen werden onze millioenen erheen gedreven. Je directe hulp overal en op alle momenten maakte mij ook veel mogelijk.
tot Lotte.
Jou dank ik voor iets heel reins en heel heiligs! In mijn nabijheid heb ik jou, wild vogeltje van zeven jaar hier stil zien worden. Maar ik leefde onder te veel bewegingen tegelijk, te veel geest voor het gevoel, te veel gevoel voor den geest; te veel van lagere orde soms voor de hoogere, teveel van de hoogere voor de lagere, altijd gesplitst in evenmachtdge deelen. Dit is voorbij. In de reinheid van dit groote moment zie ik helder en dank je voor de kleine diepe weldaad van je trouwe aanwezigheid.... en van iets beters, dat nu | |
[pagina 104]
| |
heilig blijkt, vooral nu... dat ik meen te mogen danken.... zóó....
kust Lotte op het voorhoofd.
als ik vroeger had moeten doen. Schrei er niet om... 't Is beter zóó. Ik ga van je weg met de zuiverste herinnering. Ik hoop dat je ook van mij....
Lotte omhelst hem hartstochtelijk.
Ja... zoo kunnen de levenden doen... Ik voel me zoo al niet meer.... God behoede je... denk ook jij aan de eeuwigheid. | |
4e Tooneel.
Vorigen. Warja.
LOTTE
gillend.
Durf jij je laten zien, reptiel? HOLSET
Wees stil... Niet onrechtvaardig zijn. Wat geschiedde moest toch eenmaal gebeuren. Ze kan het enkel hebben verhaast. Ze verwekte passief verraad; het Westen zelf zal mij richten. WARJA
De eer van je overwonnen te hebben poog je me afhandig te maken. HOLSET
Je hebt je gewroken... verslagen hebben mij mijn eigen rasgenooten. Toch heb je aan mijn noodlot meegewerkt, wees tevreden. Overwonnen in mij heb je enkel eenmaal het beste van mijn gevoel. | |
[pagina 105]
| |
WARJA
triomfeerend.
Erken je dan toch... HOLSET
Het is nu diep genoeg voorbij... Ik verwijt je overigens niets. WARJA
Ben je dan zoo tevreden met wat komen gaat? HOLSET
Liever met mezelf en tien minuten tijd mensch, dan nog dertig jaren met jou.... WARJA
Beest! zeg het toch! HOLSET
met walg.
Ga nu... wacht nog een half uurtje buiten, dan ben je volkomen voldaan. DARKHINE
dreigend.
Weg, of je gaat hem vooraf! WARJA
weifelend.
Dat... heb ik toch niet zoo gewild.... DARKHINE
Eruit!!! | |
5e Tooneel.
Vorigen, Hooge raad der Westersche legerleiders. Zij nemen plaats achter een tafel.
VOORZITTER
Gij zijt de Groote Drijver? Uw naam... | |
[pagina 106]
| |
HOLSET
Mijn overleden ouders lieten mij een onbesproken naam achter. Die blijve onbekend tot de toekomst over mij heeft geoordeeld. Ik noemde mij van Holset; de wereld scheldt mij als de Groote Drijver. VOORZITTER
Gij weet wat dit moment beduidt. HOLSET
In elk geval voor mij het einde. Dit verhoor zij dus kort. Wat ik deed weet gij allen bij ondervinding; hoe gij over mijn werk oordeelt is mij bekend. VOORZITTER
plechtig.
Tien millioen dooden. HOLSET
Zestig millioen dreef ik uit Europa. VOORZITTER
Uw eerzucht.... HOLSET
Eeuwen lang kunnen de volken vrij weer bloeien en behoeven de moeders niet met angst haar zonen volwassen te zien worden. VOORZITTER
Spreekt gij van de moeders? Wien hebben ze feller gevloekt? HOLSET
De moeders der komende tijden zullen mij zegenen. Ik heb geen berouw over de wereld zooals ik die liet worden. | |
[pagina 107]
| |
RAADSHEER
Dat zal Uw dood zijn. HOLSET
Gij moet mij snel veroordeelen, ik begrijp het. Mijn dood dient een fait accompli te zijn voor de krijgskans wenden kan. Ik laat U mijn erfenis. VOORZITTER
Spot niet in dit oogenblik. HOLSET
Ik sta nu al buiten het leven en spot niet meer. Werkelijk, U allen, vrienden en vijanden van het moment, laat ik mijn erfenis, de groote gedachten van orde in de bewoning der aarde en van den strijd tegen de woestijnen. Doch maakt nu haast; spreekt uw vonnis: De Groote Drijver zal sterven. VOORZITTER
Gij hebt het zelf uitgesproken. HOLSET
Ge hoeft me niet meer te vreezen. Van U vraag ik clementie voor mijn profeten als ze U in handen mochten vallen; van mijn profeten vorder ik ze bij voorbaat voor U, wanneer de kansen mochten keeren. Er zij nu een einde aan het groote scheiden, aan al die tranen en dat bloed. DARKHINE
Waarom verdedigt gij U niet? Ge kunt toch bewijzen voor een ideaal te hebben gestreden, dat tot heil moest worden voor allen. Ge hebt toch zonder eigenbaat.... | |
[pagina 108]
| |
HOLSET
Waartoe zou dat pleiten dienen? Mijn dood moet immers de moreele catastrophe beduiden....
tot rechters.
Ge hebt mij m'n vonnis laten uitspreken, binnen hoeveel tijd moet dat worden uitgevoerd? VOORZITTER
Onverwijld. HOLSET
De zaken staan voor de onzen nog zoo slecht niet, merk ik. De gunstige wending zal ik intusschen niet meer beleven. Hoe eindig ik? VOORZITTER
We laten U de keuze. HOLSET
Dat dit zoo zou geschieden, heb ik vroeger wel eens vermoed... Ik dank u... Ik moet tot God... Dat stukje weg tot Hem dat nog over de aarde gaat, wil ik ook vrij tot Hem opblikken. Mijn dood zij als mijn leven: een snel opstijgen gevolgd door nog schielijker val. Laat de stuurinrichting eener vliegmachine voor een oneindige vlucht omhoog stellen in de richting van de Karpathen.
Raadsheer geeft fluisterend bevel aan een der rechters die heen gaat.
HOLSET
Ik dank U nogmaals. De gruwel eener executie bleef mij bespaard. Nu zal de natuur zelf mij dooden, door bevriezing of snellen val. Ze doet het duizendmaal per dag voor anderen in de huizen op wel wreeder wijze. | |
[pagina 109]
| |
VOORZITTER
Wij eeren uw grootheid toch. HOLSET
Ik ben geen held. Ik heb zelf niet gestreden; dat liet ik anderen doen. Ik ben een sluwe idealist geweest, koppig, flegmatiek en wat berekend. DARKHINE
Als ge zijn grootheid eert, kunt ge hem niet verbannen?
Het gerucht van den motor eener vliegmachine wordt hoorbaar.
LOTTE
schichtig.
En ik zie het bliksemen in de verte! HOLSET
Boven het gebergte? Misschien zal de bliksem zelf mij richten. Vergeve God mij deze laatste ij delheid.... ik ga....
Hij drukte Darkhine innig de hand. Lotte komt nader en valt hem half onmachtig in de armen.
HOLSET
God bescherme je.... Het moet zoo zijn.... Ik vermoed dat het leven lieflijk had kunnen wezen.... Als ik je vroeger zóó had gezien.... VOORZITTER
somber.
Leefden nu misschien millioenen menschen nog.... HOLSET
beklemd.
Herinner mij niet daaraan.... Ik heb dat niet gewild.... Geen vrede kwam ik brengen, maar het zwaard.... GEESTELIJKE
Verzoek God niet meer in dit moment en met die woorden. | |
[pagina 110]
| |
HOLSET
Gij hebt gelijk.... God zij mij genadig, zoo ik dwaalde.... Mijn geloof in mijzelf en in mijn zending aanvaarde Hij als mijn hoogste en laatste offer.
Hij zoent Lotte nogmaals op het voorhoofd.
Vaarwel.... Vaarwel....
Darkhine voert Lotte weg.
Ik dank U allen.... En gelooft mijn laatste woord: ik heb het goede gewild.... ik vrees zelf soms: op een slechte wijze. HOLSET
Vrede zij die van goeden wille is geweest.
Allen af.
|
|