Gelukkig voor den kleinen Jules dat zijne oudtante niet lang meer leefde; hij zou voor zijn gansche leven bedorven zijn geworden. Maar zoo hij al spoedig haar liefkozingen en geschenken miste, hij kreeg een legaat, het geslacht der de Tonnettes Brantour waardig, en een klein kapitaal was er bepaald bestemd om, als hij meerderjarig geworden was, de middelen te bekostigen, die voor de erkenning van zijn titel vereischt werden.
Piet Botwater en Anasthase Van Sterren werden niet geheel vergeten. Maar toen de referendaris het ‘millioen’ had gekregen, dat de publieke opinie en zijne ambtgenooten hem toedachten, vond hij het geraden den Haag te verlaten: iemand, van wien men weet dat hij millionair is, staat van de zijde zijner vrienden en kennissen dagelijks bloot aan allerlei aanslagen op zijne beurs en - 't millioen van Pieter Botwater was zoo heel groot niet.
Anasthase gebruikte het zijne om weder eens zijne schulden te delgen, eene operatie die hij tien jaar later nog eens kon verrigten, toen aan Rimini eene maand na zijne vrouw het eeuwige zwijgen werd opgelegd.
Maar voor Anasthase schenen schulden eene behoefte; en zoo hij zelf soms verzuimen mocht ze te maken, Henriette stond hem in dit opzicht trouw ter zijde. Maar ook in andere opzichten was zij waard de vrouw van een kunstenaar te zijn. Hij was haar ideaal; nooit viel ze hem met het proza van het leven lastig, maar voegde zich naar al zijne invallen en luimen, omdat zij hem wezenlijk liefhad en ook Anasthase had al zeer spoedig in werkelijkheid opregte liefde opgevat voor haar, die hem geschaakt had, want onder vier oogen maakte Henriette er geen geheim van, dat de geheele badensche reis een aanslag was geweest op haar tegenwoordigen echtgenoot, wiens ijdelheid er zoo door gevleid was, dat hij haar zou liefgehad hebben, al verdiende zij het nog minder.
Lina Ochten was in beider oog een onnoozel, prozaïsch kind en die advokaat Tonnette!... Nu, zij gunden hem haar.