Gedigte(1920)–A.D. Keet– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 55] [p. 55] In die stilte van mij kamer In die stilte van mij kamer Het ik één aand stil gesit, En, toe het ik jouw klein beeldjie Ure lang aanbid. Ure lang het ik gemijmer Oor ons liefde, oor ons leed; Oor die grenslose mysterie Waar ons niks van weet. Wat is liefde, wat die lewe, Wat is vreugde, wat is smart? Kind, ik blij die antwoord skuldig, Maar ik volg mij hart! Vorige Volgende