Huis van Nobi(1967)–Ido Keekstra– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 72] [p. 72] [Ik zag het toomloos water en ik dacht:] Ik zag het toomloos water en ik dacht: zo spoelt des nachts het vormloos onbewuste ledige schelpen op verdronken kusten waar ik mij overdag gehuisvest acht. Wat zich op 't onverhoeds voltrok op deze grond wordt als men slapen gaat op eendre wijs voltrokken. Vergeefs, vergeefs luiden de daglichtklokken. Wij slapen dromen, dromen tot de morgenstond Hoe machtig is het donker geweld van water, slaap en dromen, bovenaards bewogen door wind en sterren, maar Gods eigen ogen wijzen de doden uit dit krachtenveld. Vorige Volgende