Huis van Nobi(1967)–Ido Keekstra– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 36] [p. 36] Spiegelgevecht Ik ben de kamers doorgegaan en heb de spiegels ingezien. Achter het glinsterend misschien werden de deuren dichtgedaan. In alle spiegels is het glas beschreven met mijn isomeer. Ik zag mijzelf wel duizend keer alsof er niemand anders was. Ach blinde vensters van dit slot: Wie is de schoonste in het land? Hij die mij op de duistere wand een glimlach spiegelt van mijn God. Wie, in het donker van mijn hart, ontsteekt het wit en zuiver licht van het verloren vergezicht op de nabijheid van Zijn hart? (1963) Vorige Volgende