Huis van Nobi(1967)–Ido Keekstra– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 30] [p. 30] Trein nul uur nul Op de nog stille en open rails slaapt de donder van Zijn komst. Maar een wit gefluit bedreigt reeds de schemerende perrons. Want een vuren pijl, die haar spoor onherroepelijk verwoest, stort van een vreemd territoor, het walmende sein tegemoet. Alle treinen zijn voorbij, ook de laatste in wit en rood en zwart. Alle terreinen zijn vrij, ook het donkerste plein van mijn hart. Waar niets meer oversteekt, dan een dwalende vogel: hoever? Een kleine, ritselende hand, die zoekt naar een ster. Vorige Volgende