Huis van Nobi(1967)–Ido Keekstra– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 28] [p. 28] Voor een biochemicus Wie aan de poort wacht kan niet binnengaan tenzij de heer die binnen troont hem roept. Dan wordt de heimelijkste vraag verstaan door de bewakers op de barse stoep. Meen niet, dat in de wonderlijke cel diep in dit huis, de felle klepelslag niet wordt gehoord; het luiden van de bel verneemt Hij met een hunkerende lach. Maar Hij wacht nog, een vreemde onachtzaamheid weerhoudt Zijn hand, die reeds het teken zoekt waarop de deur van Zijn verborgenheid naar buiten wordt geopend als een boek. Aarzelt Hij dag en jaar? Ach, niet uw tijd betwist de lengte van dat ogenblik. Hij wacht misschien tot uw nieuwsgierigheid verandert in een heviger conflict. Dat is het uur waarop Hij u apart ontvangt en toont Zijn allereerst enzym. Er is niets groter dan Zijn vaderhart en niets is kleiner dan Zijn eeuwige kiem. Vorige Volgende