hauen; secare: dus verandert hier per Euphon: de U in B. |
Hangen / Hieng / gehangen / (pendere, Neutr:). |
Dog Hengen / (suspendere, Act:) in Imperf: Hengete (of Hieng) / en in Praet: Part: Gehänget (of Gehangen) / volgens Bödiker. |
Lassen / Liesz / gelassen / sinere. |
Lauffen / Lieff / gelaussen / currere. |
Rahten / Riet / gerahten / consilium dare; dus ook er-Rahten / divinare. |
Salken (sale condire, gesalken (salsus). |
Schlafen / Schlief / geschlafen / dormire: dog Schläfern / I. CL:. |
Dus ook de verdere Composita.
Tot No: 3.
Heischen / Hiesch / geheischen / petere. Dog ook in Praet: Part: ge-Heischet / volgens Bödiker. |
Heissen / Hiesz / geheissen / mandare. |
ver-Heissen / ver-Hiesz / ver-Heissen / promittere. |
Ruffen / Rieff / geruffen (dog ook geruffet / volgens Bödiker), vociferari. |
Stossen / Stiesz / gestossen / trudere. |
Dus ook de verdere Composita.
Tot No: 4.
Essen / asz / ge-gessen / edere; dus is 'er de G ook tusschen in geraekt, als bij ons Eten, at, Ge-geten. Dog Etzen / ätzen / escam praebere; & Etzen / rodere, zijn van de I. CL:. |
Fressen / Frasz / ge-Fressen / vorare. Dog Fretzen / ab-Fretzen / depascere, carpere, I. CL:. |
Geben / Gab / ge-Geben / dare. |
Ge-nesen / Ge-nas / Ge-nesen / revalescere. |
Ge-schehen / Geschah / ge-schehen; accidere, fieri. |
Gessen / zie in ver-Gessen. |
Lesen / Las / ge-Lesen / legere. |
Messen / Masz / ge-Messen / mensurare. |
Nesen / zie in ge-Nesen. |
Schehen / zie in ge-Schehen. |
Sehen / Sah / ge-Sehen / videre. |
Treten of Tretten / Trat (of Tratt) / getreten (of getretten) / incedere. |
Ver-gessen / Ver-gasz / Ver-gessen / oblivisci. |
Dus ook de verdere Composita.