XIII. Hoofddeel.
Van den Vijfden Rang der M-Gotthische Verba.
DEze zweemen eenigermate na die van den I: Rang, ten aenzien van hunnen uitgang in 't Praeter: op TA; en na die van den II: Rang, ten opzigte van hun Partic: Praet: op ANS.
't Getal van dezen is klein, ze verschillen weinig van de Onzen van de V. CL:.
Hunne Wortelsilb lijd eenige Verandering in 't Praeterit: en in 't Partic: Praet:, dog bij die beiden eveneens.
No: 1. | JNG & ANK & UNK (waer voor in't M-Gottisch na de Grieksche Spellingwijze staet JGG & AGK & UGK) veranderen in AH; als
Briggan (lees Bringan) / Brahta / Brathans. adferre; & to-Bringan / adferre.
Thagkjan (lees Thankjan) / Thahta / Thahtans / cogitare; en and-Thankjan / bi-Thankjan / cogitare, considerare.
Thugkjan (lees Thunkjan) / Thahta / Thahtans / putare. |
No: 2. | AURK / verandert in AURH / als
Waurkjan / Waurhta / Waurhtans / operari; dus ook ga-Waurkjan / facere, conficere; fra-Waurkjan / peccare; & us-Waurkjan / benefacere. |
No: 3. | UH of UG / verandert in AUH als
Buhjan / us-Bugjan / emere, in Praet: Bauhta & us-Bauhta; dus ook fra-Bugjan / vendere. |
No: 4. | OG / verandert in OH & UH / als
Ogan / metuere; in Praeter: Ohta & Uhta. |
De Verandering der Terminatien is als bij die van den II. en III. Rang; uitgenomen, dat het Praet: Indicat: zo wel als 't Praet: Subjunct: bij de 1, en 3, Pers: Sing: de A agter de T heeft.