Hoofdstuk 37
Nabeschouwing van de week van de eenheid,
Hebt U ook wel eens zo genoten van de ‘Week van de eenheid?’ Samen zingen, samen bidden, samen schuldbelijden (want we moeten ons zeker schamen over onze verdeelheid) Samen luisteren naar Gods woord, of liever: samen geconfronteerd worden met onze opdracht, onze taak als christenen in deze wereld. Samen in een volle kerk zitten en elkaar ‘vrede’ wensen...... Dat was allemaal erg fijn en als we een en ander goed ter harte genomen hebben moeten we nu allemaal ijverig bezig zijn het evangelie uit te dragen aan al onze medeburgers, in woord en daad. Maar..... doen we dat ook?
Oh, er zullen er zeker zijn die het ook doen. De meesten zullen het wel ‘voor gezien’ achten.
Ze zullen zeggen: dat is het werk van voorgangers, van evangelisten e.d...... en toch.... die opdracht geldt voor ons allemaal, of we die diensten hebben bijjgewoond of niet. En nu moet me nog iets van het hart: Waar waren de jonge mensen? Waar de mannen?
Is het U niet opgevallen (als U er tenminste geweest bent) dat bijv. in de Grote Stadskerk, het aantal gelovigen voor drie kwart uit vrouwen bestond? Wat moeten we daarvan denken? Moeten we daaruit concluderen dat in Suriname ‘het zout de aarde’ hoofdzakelijk uit vrouwen bestaat? We praten over moreel verval en dat is een realiteit maar, waar vinden we de meeste dieven.. onder de mannen of onder de vrouwen? En waar smokkel, corruptie, geweldpleging en noem maar op? Nu denkt U misschien dat ik een hekel aan mannen heb. Niets is minder waar maar ik zou wel willen opmerken dat mannen die het juiste pad willen houden het soms zwaar te verduren hebben om niet meegezogen te worden in van alles en nog wat niet deugt.
Maar om nu op die eenheid terug te komen. Ik heb gemerkt dat er mensen zijn die zeggen: Ik doe niet mee want het haalt toch niets uit. Die mensen denken dat eenheid betekent: het in alles