Hoofdstuk 32
Een kwestie van leven of dood
Een wijs man zei eens: ‘In 't verleden ligt het heden, in het “NU” wat worden zal’. Dat houdt o.a. in dat we allen debet zijn aan de situatie waarin we nu verkeren. Ten eerste moeten we ernstig nagaan wat in het verleden fout was, niet zo zeer als persoon doch als collectief, als samenleving. Zijn we niet te veel uitgeweest op persoonlijk welzijn en welvaart?
Hebben we niet te veel gedacht: wat die ander doet is mijn zaak niet, daarvoor is hij zelf verantwoordelijk? Toch leert de Bijbel ons wat anders. Het is zelfs van levensbelang dat we de ander wijzen op zijn verkeerde levenswijze.
Hebben we dat altijd gedaan? Is het niet veeleer zo dat we zeiden; ‘met die en die bemoei ik niet’ als we meenden dat zo iemand op de verkeerde weg was? Hebben we wel genoeg moeite gedaan om het kwaad te stoppen?
In Ezechiel 3 zegt God heel duidelijk wat wij als gelovigen en vooral ook de voorgangers hebben te doen om de strijd tegen het kwaad aan te binden!
Leest U maar: ‘Als ik tegen een misdadiger zeg dat hij onherroepelijk zal sterven (vanwege zjn misdadig leven) en je waarschuwt hem niet, je wijst hem niet op zijn misdadig leven wat hem had kunnen redden dan zal die misdadiger door zijn eigen fouten sterven. Maar jou zal ik ter verantwoording roepen voor zijn dood. Heb je hem gewaarschuwd en komt hij desondanks niet tot inkeer dan sterft hij ook als gevolg van zijn eigen fouten maar jouw leven wordt gespaard. Als een eerlijk mens zich van het goede afkeert en zich inlaat met kwade praktijken, dan zal ik zo iemand ten val brengen. Heb je hem niet gewaarschuwd dan sterft hij wegens zijn zonden. Met zijn vroegere goede daden zal ik geen rekening houden. En jou zal ik ter verantwoording roepen voor zijn dood! Maar als je hem waarschuwt niet meer te zondigen en hij het ter harte neemt dan blijft hij in leven en ook jouw leven blijft gespaard’ (Groot Nieuws Bijbel).
Waaruit bestond dat kwaad? Dat leest u in hoofdstuk 18 waar