Het monster van de oorlog
(2004)–Rob Kammelar, J.M.J. Sicking, Menno Wielinga– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 292]
| |
[En nu begonnen...]En nu begonnen de vrouwen te zingen
een and're wijze, smeekende-bewogen:
de jongelingen voelden naar hun oogen
de warme verlossende tranen dringen.
en het ijs smolt dat hun harten omkorstte,
maar zij verroerden niet. Zingende drongen
de vrouwen op, tot ze vlak voor de jonge
soldaten stonden, die niet opzien dorsten.
en al die vrouwen: moeders, zusters, bruiden,
wisten: nu was het oogenblik gekomen
dat veel geslachten door hun morgen-droomen
als verre klokken hadden hooren luiden.
Het lied zweeg. Een jonkvrouw met oog' als starren
riep hoog en helder ‘Felix’: - uit den drom
der soldaten antwoordde een stem: ‘ik kom,
Bernice’, - men zag menschen-klomp verwarren
zich om een man die worstelend verdween.
En toen barstten veel stemmen los: ‘Komt mede,
komt, gij behoort bij ons, helpt ons, om vrede
te winne' en vrijheid.’ Door de geleed'ren heen
voer siddering, als wanneer lente-stormen
door zwellend-violette woude' aan-varen:
al dringender klonk het geroep der scharen
en de soldaten kromden zich als wormen
in pijn. Een officier te paard, met oogen
van staal, riep ‘vuur’. Enkele schoten vielen, -
ja enk'le arme gansch wanschapen zielen
deden dit. Als verschrikte vogels vlogen
| |
[pagina 293]
| |
drie kreten op. Twee jonge vrouwe' en een
met grijze haren waren neer-gezonken,
men zag dat hun trekken de schaduw dronken
des doods; de oude sleepte zich nog heen
naar d'eerste rij; over de maag're kaken
druppelde 't bloed neer in den dorren hals;
klagend riep ze: ‘O zonen, doodt g’ uw moeders als
die voor u helpe' een nieuwe wereld maken',
en zeeg in-een. Diep uit de dichte rijen
der soldaten kreet een stem: ‘moeder, zachte
moeder’; worst'lend met waanzinnige krachten
rukte een jong'ling zich los, liep, viel bezijen
dat arme hoopje stervend leven neer.
En zij glimlachte nog en streek nog even
door zijn krullend haar en hield op te leven,
maar hij sprong overeind, greep een geweer,
en d'officier die had gelast te vuren,
viel dood uit het zaâl. En een nieuw geluk
maakte allen warm en blij, of met één ruk
waren ineen-gestort de blinde muren
die hen van 't leven scheidden. Nog eenmaal
klonk het bevel: ‘geeft vuur’, maar de soldaten
wierpen zich op die 't gave' en die zij haatten,
en namen hun de wapens af, het staal
en de revolvers, en bonden hun handen.
Juichend begroetten ze, die voor hen lagen:
de blauwe wateren der vrijheid. Vragen
en dralen was voorbij: geen dwang meer brandde
in de harten zijn merk. De rijen vielen
open, zij riepen met bloem-zachte namen
d'arbeiders toe, die stortten aan, verzamenGa naar eind*
begon tusschen die nieuw-geboren zielen.
| |
[pagina 294]
| |
Gelijk twee stroomen, die elkander vonden,
bruisten ze voort, één stroom; het lieder-schallen
zond gouden zwermen door de wereld-hallen
en alle zangers kregen gouden monden.
Henriëtte Roland Holst-van der Schalk (1869-1952)
Henriëtte Roland Holst werd tegelijkertijd met Herman Gorter lid van de S.D.A.P. en nam daarbinnen al spoedig een vooraanstaande plaats in. Ofschoon zij de ideeën van de linkervleugel van die partij onderschreef, volgde zij Gorter en anderen niet toen die zich afsplitsten. De verdeeldheid binnen het socialisme greep haar sterk aan en in 1911 verliet zij de S.D.A.P. Na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog zette zij zich zowel nationaal als internationaal in voor het anti-militarisme en bleef zij geloven in haar politiek-maatschappelijke idealen. De echo daarvan klinkt door in Het feest der gedachtenis (1915), waarin wordt geschilderd hoe vrouwen zich in de loop der tijd hebben ingezet voor een betere wereld. Bovenstaand fragment is afkomstig uit de visionaire opgezette afdeling ‘De laatste strijd’. Wanneer de vrouwen erin slagen de soldaten te laten ophouden met oorlog voeren, triomfeert uiteindelijk het hoge ideaal van de mensenliefde. Met haar dichtwerk heeft Henriëtte Roland Holst indertijd veel mensen weten te inspireren. De gewelddadige kanten van het regime in de Sovjet-Unie brachten haar er later toe zich te distantiëren van het communisme. |
|