Het monster van de oorlog
(2004)–Rob Kammelar, J.M.J. Sicking, Menno Wielinga– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 219]
| |
Een hart
Een hart, eenvoudig en toch groot,
Een hart, dat zóóveel in zich sloot,
Een hart, dat op de rechte plaats
De maat sloeg voor de kameraads,
Een hart, zooals 't alleen maar slaat
Daar in de borst van 'n Fransch soldaat,
Een hart, dat de legioenen droeg.
Een hart, dat warm voor Frankrijk sloeg,
Een hart van staal en toch zoo zacht,
Een hart, dat héél het nageslacht
Een goed en edel voorbeeld zij:
Een hart van d'oude makelij.
Een hart dat samen met 't verstand,
De redder was van 't vaderland,
Een hart, dat stormen heeft weerstaan,
Een heldenhart hield óp te slaan....
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Hij kende maar één melodie:
Allons enfants de la Patrie!
(nadruk verboden)
Clinge Doorenbos
Zijn hart was schoon, zijn hart was groot,
Hij sloeg tienduizend Duitschers dood.
Ziet hoe de kaarsen branden,
Stil in zijn bleeke handen.
Hij heeft uit louter heiligheid
Half Frankrijk's jeugd ten dood gewijd.
Ziet hoe de kaarsen branden,
Stil in zijn bleeke handen.
| |
[pagina 220]
| |
Hij was de eerste offeraar
Op mammon's bloedig winstaltaar.
Ziet hoe de kaarsen branden,
Stil in zijn bleeke handen.
Nu houden in den stillen nacht
De jonge dooden lijkenwacht.
Ziet hun doorschoten handen,
Ziet hoe hun oogen branden.
Zijn hart was schoon, zijn hart was groot,
Het sloeg den roffel van den dood.
Nu huldigen alle landen
Den maarschalk onzer schanden.
Jef Last (1898-1972)
Jef Last heeft een groot en veelzijdig oeuvre op zijn naam staan. Hij leidde een zwervend bestaan, na eerst enige tijd Chinees gestudeerd te hebben. Eerst werd hij lid van de S.D.A.P., later enige tijd van de Communistische Partij. Hij vocht mee in de Spaanse Burgeroorlog, nam tijdens de Tweede Wereldoorlog deel aan het verzet en bleef ook daarna in maatschappelijk-politiek opzicht actief. Aan het begin van de jaren dertig maakte hij deel uit van het arbeiders- en schrijverscollectief Links Richten. In bovenstaand gedicht, gepubliceerd in De Socialist van 30 maart 1929, keerde hij zich tegen de verheerlijking van de zojuist overleden Franse maarschalk Foch (1851-1929): de man die begin september 1914 bij de uiterst bloedige Slag om de Marne de Duitse troepen had weten terug te dringen en in april 1918 het opperbevel over alle geallieerde troepen in Frankrijk en België had gekregen. Voor de door Jef Last geciteerde en gehekelde cabaretier Clinge Doorenbos: zie rubriek 5. |
|