Het monster van de oorlog(2004)–Rob Kammelar, J.M.J. Sicking, Menno Wielinga– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 169] [p. 169] Kinderoorlog Kleine Pietje speelde oorlog Met z'n zusje in de gang, Met z'n scherpe klappistooltje Maakte Piet Marietje bang. ‘Pietje, hou nou op met schieten, Hoor je niet wat of ik zeg,’ Riep ze uit 'n donker hoekje, ‘Stoute vijand, ga je weg.’ Pietje zei: ‘Ik ben Frankrijk, Want ik heb geen schoentjes aan’, En Marietje, die was Duitschland, Want die had geen kwaad gedaan. Kleine Piet die droeg een steekje, Net zooals ‘Napoleon’, En Marietje een trompetje Waar ze niet op blazen kon. Pietje stond te commandeeren: ‘Pas maar op, ik schiet je dood, Ik ben padvinder, verdikkie, Want ik ben al net zoo groot.’ Tot op eens de kinderoorlog Een verschrik'lijk einde nam, Want Marietje, die ging huilen, Tot haar Moeder kijken kwam. ‘Piet, wat is er, stoute jongen, Heb je zusje kwaad gedaan?’ ‘Heusch niet moessie, ik ben Frankrijk En ik heb niet echt gedaan.’ ‘Waarom huil je dan Marietje?’ Vroeg de lieve moeder toen; ‘Moessie,’ riep ze door haar traantjes, ‘Duitschland moet 'n plasje doen!’ J.H. Speenhoff (1869-1945) [pagina 170] [p. 170] Variëren op het thema van de oorlog als een kinderachtige ruzie was ook aan Speenhoff wel toevertrouwd. Zie voor dit liedje zijn bundel Soldatenliedjes uit 1916. Vorige Volgende