Het monster van de oorlog
(2004)–Rob Kammelar, J.M.J. Sicking, Menno Wielinga– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 153]
| |
Holland éénNu de donder der kanonnen
Boven alles wordt gehoord,
Nu de dreun der zware hamers
Door den oorlog wordt gesmoord,
Nu het hijgen van den arbeid
Door den doodsgil is verstomd,
Staan wij allen vastberaden,
Voorbereid op wat er komt.
Alle mannen zijn nu broeders,
Geen verschil van rang of stand.
Alle vrouwen zijn nu zusters
Voor ons eerlijk vaderland.
Holland staat daar met zijn legers,
Zwaar gewapend tot den strijd,
Om zijn hoogste volksbelangen,
Klaar voor zijn onzijdigheid.
Wilhelmina van Oranje,
Onze wijze Koningin,
Gaat weer voor in alle zorgen
Van ons groote volksgezin.
Ernstig door den Prins geholpen,
Wijdt ons Koninklijk HuisGa naar eind*,
Al zijn krachten aan ons welzijn
En dat van het Roode Kruis.
Na een pracht-mobilisatie
Bleek ons volk voor alles klaar;
In de forten, aan de grenzen,
Eensgezind in het gevaar.
Iedereen begreep zijn plichten,
Iedereen heeft ze gedaan.
Jong en oud blijft ze volbrengen,
Met de Padvinders vooraan.
| |
[pagina 154]
| |
Wat door taaie, stalen hersens,
Jarenlang was uitgedacht,
Werd door taaie, stalen spieren,
Even wonderlijk volbracht.
Driemaal honderd duizend jongens,
Goed gewapend en gekleed,
Waren rustig en manhaftig
Voor hun zware taak gereed.
Holland zal geen honger lijden,
Heeft Minister TreubGa naar eind* gezegd,
Leve Treub en zijn confraters,
Met hen maakt hij alles recht.
Overvloed is er aan voedsel,
Overvloed aan vleesch en graan.
Geef nu geld om te betalen
En dan is de nood gedaan.
TroelstraGa naar eind* en Partijgenooten,
Katholiek en Liberaal,
Anti-Revolutionairen,
Zij aan zij nu allemaal.
Geen verdeeldheid, geen partijen,
Allen even groot en klein.
De partij die allen kiezen
Is nu: Hollander te zijn.
Nu zoovelen onzer mannen
Naar hun posten zijn gegaan,
Dient door hen die achterblijven
Even snel hun plicht gedaan.
Holland steunt uw werkeloozen,
Duizenden zijn nu in nood.
Holland steunt uw werkeloozen,
Duizenden zijn zonder brood.
J.H. Speenhoff (1869)-1945)
| |
[pagina 155]
| |
Dit lied, opgenomen in Speenhoffs meestal minder idealiserende Soldatenliedjes (1916), is kennelijk gericht op het inzamelen van geld voor de steuncomités; niet alleen door de mobilisatie, maar vooral ook door een zware economische crisis kwamen veel mensen in grote financiële problemen. Van belang voor de gewenste politieke eenheid was vooral het standpunt van de socialistische leider Pieter Jelles Troelstra. Naar aanleiding van de mobilisering verklaarde hij dat nu de nationale gedachte de nationale geschillen moest overheersen en dat de strijd tegen het militarisme pas na de oorlog hervat zou moeten worden. Niet alle leden van zijn fractie waren gelukkig met die uitspraak. |
|