De voormalige officier bij de infanterie Hendrik Wolfgang van der Meij publiceerde over verschillende onderwerpen en trad ook op als letterkundige; over J. Hofland zijn geen gegevens voorhanden. Hun beider tekst, op muziek gezet door Hendr. C. van Oort, is geschreven voor de Zangbundel voor het Nederlandsche leger, rond 1915 uitgegeven ‘op last van de Minister van Oorlog’. Het moedwillig aanslaan van een ‘volkse’ toon paste in dat kader. Een aardige bijzonderheid in dit verband is dat bij een ‘vermeerderde uitgave’ een conformistische bijdrage van Speenhoff (‘Niemand zal aan Holland raken,/ Holland eeuwig voor ons vrij./ Die daar trouw voor zullen waken,/ God verhoor
[pagina 123]
[p. 123]
ons, dat zijn wij’) aanvankelijk werd geweigerd, omdat deze volkszanger in sommige kringen een slechte reputatie bezat. Zo beschouwde een Tweede-Kamerlid hem bijvoorbeeld als de maker van liedjes ‘van den vuilsten en laagsten inhoud’.