Toen de veelzijdige en sterk avant-gardistisch georiënteerde kunstenaar Theo van Doesburg (eigenlijk: Christian Emil Marie Küpper) in augustus 1914 als sergeant werd gemobiliseerd, moest hij zich gaan bezighouden met het uitdelen en verzamelen van poststukken: eerst in de buurt van Tilburg, later in Utrecht. Zijn betrokkenheid bij de oorlogsgebeurtenissen blijkt ook uit ander werk dat uit deze periode dateert. De tekst van het bovenstaande, in handschrift nagelaten gedicht is overgenomen uit de door Menno Wielinga verzorgde bibliofiele uitgave van Van Doesburgs Soldatenverzen (2000), van een nawoord voorzien door Siem Bakker en Emy Thorissen.