Het monster van de oorlog
(2004)–Rob Kammelar, J.M.J. Sicking, Menno Wielinga– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 40]
| |
Heldenmoed's Morgens voor den slag van 't Eeksken
Achter d'hovingGa naar eind* van nen boer
Lag in voorpost, eene duitsche
Sluippatroelie op de loer.
Angstig zaten ze gevieren
In een rondeken geschaard
En hun vingers gingen zenuw-
achtig langs hun legerkaart.
Tenden de hoving lag het pachthof
In het blonde morgenlicht
En uit voorzorg tegen onraad
Waren deuren en luiken dicht.
Wijl ze daar zo bezig zaten
Had de pachtes ‘per malheur’
Heuren waterpot gehangen
Op het paalwerk voor de deur.
Kort daarna, toen een der duitschers
Door den doornenhaag eens keek
Zag hij door 't geblaarte iets blinken
Dat wel op 'nen helm geleek.
‘Sind franzosen! Donnerwetter!
't Ist vielleicht ein Kurassier!’
En ze vuurden naar de p-pot
Hun geweer af alle vier.
‘Fieben!’Ga naar eind* klonk het als antwoord
Op het krakend salvoschot...
Langs de steenen rolde ramlend
De gekwetste waterpot.
| |
[pagina 41]
| |
's Anderdaags gaf de eerste editie
van het ‘Munchner Tageblatt’
Dat een sluippatroelje duitschers
Twintig man verslagen had.
Anoniem
Tijdens de oorlog maakte het verschijnsel ‘frontblaadje’ veel opgang. Daarin stonden allerlei bijdragen: in proza- en in dichtvorm, met een opvoedende of met een politieke strekking, ernstig of humoristisch bedoeld, geschreven door zowel meer als minder geoefende auteurs. Dit vers is verschenen in De Stem van Opwijck van 1 februari 1916 en door de Heemkring Opwijk-Mazenzelle op het internet gezet. |