De Eerste Wereldoorlog door Nederlandse ogen
(2007)–Rob Kammelar, J.M.J. Sicking, Menno Wielinga– Auteursrechtelijk beschermdGetuigenissen - verhalen - betogen
[pagina 355]
| |
4. Johan Goerée d'Overflacquée: Uit een geheim dagboekOok de oprichter van het in 1914 opgerichte liberaal georiënteerde weekblad de Haagsche Post, Samuel Frederik van Oss (1868-1949) heeft via een omweg commentaar geleverd op zaken die zich voordeden in de jaren 1917-1919. Onder de schuilnaam Johan Goerée d'Overflacquee deed hij zich voor als een voorname Haagse heer die veel contacten had in de hogere kringen. Zijn aantekeningen werden later in boekvorm gebundeld onder de titel Uit een geheim dagboek 1918-1919 (Den Haag 1932). Hier zijn fragmenten gekozen die betrekking hebben op de laatste oorlogsmaand, toen er ook in Nederland een linkse revolutie leek te gaan uitbreken. Behalve de licht-ironische toon valt daarin ook de soms gehanteerde telegramstijl op. Naast historische figuren spelen ook enkele fictieve figuren een rol: behalve Goerée's echtgenote Amalia bijvoorbeeld intimi als Van den Heuvel, Muffelmans, Blommers (journalist), Blabbers (kamerlid) en Senhor (diplomaat). Velen van hen ontmoette hij in de befaamde Haagse sociëteit ‘De Witte’. | |
Dinsdag 5 November 1918Aangaande de griepGa naar eind*, onze regeering nu de grenzen gesloten voor vluchtelingen; hetwelk, of gedaan tot eigen bescherming dan wel tot die der vluchtelingen, een maatregel van wijs beleid. En het merkwaardige van deze epidemie zij in de eene plaats kwaadaardig, in de andere niet, zonder verklaring; zijnde Amsterdam virulent. Den Haag en Rotterdam weder minder; Arnhem niet; Groningen wel; en van kleinere plaatsen Veendam en Sliedrecht bij zonder zwaar bezocht. En kan zulks naar mijn oordeel liggen aan de lucht, doch ook aan het water. En weten de dokters ook al geen bescheid, getuige diverse artikelen in de bladen; volgens den een het rooken beschermend, volgens den ander prikkeling in de keel; doch volgens v.d. Heuvel op zijn tijd een borrel ter versterking het best. En bevind mij persoonlijk het beste bij bieten, waarmede dus doorzet. Het politieke nieuws zeer verward, en niet meer uit elkaar te houden. De Italianen nu tot afscheid nog 100.000 gevangenen; hetwelk volgens Kol. Bulders geheel verzonnen, en de Ital. soldaten geheel verslapt door de vele macaroni, en de slechtsten van de wereld; en volgens hem vleescheters de dapperste vechters. Dan Muffelmans brief van zijn tante te Ommen, met bericht den Keizer daar dagelijks gezien, eenzaam wandelend op de heide. Verder de jonge koning Boris van BulgarijeGa naar eind* afgetreden, en volgens sommigen gevlucht voor de Bolsjewix aldaar; en oordeelen velen hij slechts even door zijn vader op den troon gezet met het oog op pensioen. [...] | |
[pagina 356]
| |
Donderdag 7 November 1918Van de Russische Bolsjewix, nu beweerd zij ook in ons land aan het stoken; doch onze Regeering daar met wijs beleid een stokje voor gestoken, en geen gezanten van daar te onrvangen, en wij den onzen terug te roepen. Hetgeen, volgens v.d. Heuvel, te Berlijn ontdekt; alwaar oproerige geschriften door de Russen verspreid, waarin opgeroepen ter wereldrevolutie. Doch het groote nieuws de opperbevelhebberGa naar eind* heden zijn ontslag gekregen, van den Min. van Oorlog; en daarover ontzettend te doen in de Kamer; maar verneem van Blabbers de Kamer het met den Minister eens, en moet er een nieuwe geest in het leger, zijnde de tegenwoordige zeer ongepast. Waarop Kol. Bulders uitgevaren, en gezegd het leger gezond, maar de geest in de Kamer niets waard; en beter de Kamer te ontslaan, en het gezag te handhaven; en volgens hem een vaste hand het eenige hetwelk ons kan redden van de Bolsjewix. Waarover verder den heelen middag discours aan ons tafeltje, om naargeestig van te worden. Volgens v.d. Heuvel de verwachting alle belastingen geheel af te schuiven op de gegoeden; en Muffelmans gezegd eer wij een jaar verder, het bezit van een rijksdaalder de zwaarste misdaad in ons land. Maar op het eind van het gesprek ieder van oordeel Nederland veilig; volgens den een ons volk te verstandig; en volgens den ander te slap; hetgeen de Hemel geve! En thuis, van mijn vrouw, Jaantje en het dagmeisje beiden om hooger loon, zijnde het verval thans gering, doordien alle leveranciers het centengeld afgeschaft. En doet ieder tegenwoordig maar precies wat hij wil. [...] | |
Zondag 10 November 1918In de bladen geen nieuws; doch zegt mijn vrouw het welletjes, en kan ik niet verlangen elken dag wapenstilstand, revolutie, aftredende keizers en nieuwe republieken. En reeds te ½ 11 zwager Hendrik ten onzent, en met dezen ter Piere, zijnde het weder zeer mild. En onderweg zijn groot nieuws. Hij morgen zijn ontslag te vragen van de Zeeuwsche Bloemkooldistributie op het Departement; en van plan hier te komen rentenieren. Waarover zeer verwonderd, hij mij verder verteld hij te Middelburg in diverse Kongsies gezeten, een van kanariezaad, en daarin zwaar verdiend; en zal hij ook al mijn oude vorderingen vereffenen, bij elkaar wel een kleine f 5000, hetgeen een ware meevaller. En hij verder den dag bij ons doorgebracht, wij des middags samen naar de Witte; alwaar het reuzenbericht de Keizer, de Kroonprins en Hindenburg met auto's gearriveerd te Middachten, bij Graaf Bentinck, dewelke een oud vriend van Z.M., en zal laatstgenoemde nu voortaan door mij ook slechts met Z.H.Ed.Geb. worden bestempeld. En is dit naar mij heugt de 5e keizer denwelken in mijn leven heb zien wegjagen; n.l. van Brazilië, China, Rusland, Oostenrijk en Duitschland; en hierop door v.d. Heuvel opgemerkt hij steeds gezegd keizer een baantje zonder vooruitzichten. Doch een later bericht de keizerGa naar eind* alleen nog maar te Eijsden ons land binnengekomen, alwaar wachtende op instructies. En hoop onze regeering in deze met beleid zal handelen; zijnde aan den eenen kant de komst van | |
[pagina 357]
| |
vele grooten een attractie; doch aan den anderen kant misschien lokaas voor Bolsjewix. En niet ter kerke, zijnde naar mijn oordeel de griep nog niet voldoende geweken, ofschoon zeer verminderd. | |
Maandag 11 November 1918Reeds vroeg op voor het ochtendblad; en daarin alleszins bevestigd de keizer in ons land, met zijn vrouw en HindenburgGa naar eind*, en dezelven afgehaald door Gen. Van Heutz [= Heutsz].Ga naar eind* En verder de wapenstilstand geteekend; en de oorlog heden te 11 uur uit. Maar de condities niet malsch, en de Geallieerden het militarisme geheel kaal geschoren, en Coblenz, Mainz en Keulen te bezetten. En met den keizer weg, zij nu zoo mooi als maar kan alles gekregen volgens program. En de revolutie in Duitschland kalm verloopend, hetgeen geruststellend; maar zeide Blabbers zulks eerst ook uit Rusland werd bericht, doch later andere kost. En op de Witte het algemeene discours over wat te doen met den keizer, en of dezelve een gevaar voor ons land. Volgens Muffelmans hij te interneeren, daar belligerent; maar volgens de meesten hij afgedankt, dus particulier. Waarop Muffelmans zeggende de Geallieerden hem zullen opeischen, en als wij hem niet geven dan zij ons den oorlog verklaren, Blabbers aangevoerd hij nu wel mag zeggen de keizer reeds een week op komst hierheen, en Gen. Van Heutz gezonden om hem te halen; maar gelijktijdig Jhr. LoudonGa naar eind* per auto naar Parijs, om de Franschen te polsen, dewelken kennelijk geen bezwaar. En aan ons tafeltje door Kol. Bulders een rondje besteld en het woord gevraagd; waarop door hem met weinig krachtige woorden gezegd hij totaal gedégoûteerd van den keizer en Hindenburg, omreden dezelven wegliepen in plaats voor de patrijs te staan; en hij (de kolonel) alles plechtig terugnemend hetgeen ooit door hem gezegd ten gunste van het Duitsche militarisme. Verder naar Z.Ed.'s oordeel onze demobilisatie met spoed te wachten, en reeds begonnen voor lichting 1916. En op Duinoord alle Engelsche geïnterneerden den ganschen dag in groot gejubel, met muziek en hoera op straat. Aldus eindigt op dezen dag te 11 ure des voormiddags de gruwelijke wereldoorlog, tot ieders verlichting; en hoop slechts duurte en distributie hem met bekwamen spoed te volgen. | |
Dinsdag 12 November 1918De Keizer heden aangekomen, en naar het kasteel der Bentincks bij Amerongen, doch zonder Kroonprins en Hindenburg; zijnde de eerste volgens het eene bericht dood, en volgens het andere in Zwitserland. En wat Hindenburg aangaat, deze zichzelf ter beschikking gesteld van de nieuwe Duitsche republiek. En wat Gen. van Heutz betreft, deze niets te maken met des Keizers reis, maar alleen wezen kijken naar het front; en was er nooit een tijd met zooveel dwaze praatjes. Doch van de Duitsche Republiek, deze als een paal boven water; en alle vorsten groot en klein afgezet, zooals indertijd door den Senhor voorspeld; dewelke nu blijkt prachtig op de hoogte, inzonderheid zijn informatie over des Keizers vlucht hierheen, dewelke | |
[pagina 358]
| |
door mij indertijd hier in geheim schrift opgeteekend. En in stad Blommerse, den journalist, tegen het lijf geloopen, dewelke des Keizers aankomst aan het station bijgewoond; en volgens zijn zeggen Z.H.Ed.Geb. er wel een beetje bedrukt uitgezien, maar toch geanimeerd; en had hij 20 stuks bagage, het meerendeel vermoedelijk vol effecten; en vernam verder de Keizer 90 kasteelen, dewelke echter ongetwijfeld geconfisqueerd. En veel te doen over een rede van Mr. TroelstraGa naar eind* te Rotterdam, dewelke hier nu ook een socialistische republiek wil, en allerlei nieuwe koersen. Waarop, naar van Blabbers verneem, heden door Mr. Ruijs de BeerenbrouckGa naar eind* in de Kamer gezinspeeld; hij met zooveel woorden zeggende de Entente ons geen voedsel zal zenden wanneer hier herrie, door Bolsjewix of wie ook. En op deze rede de beurs, volgens Mr. Willemse, heden erg flauw; en onze leeningen 3 en 4 pct. gekelderd, en culturen en olie en tabak 10 en 15% lager, en meer. En is het al te dwaas deze onrust nu de vredesvreugde verstoort; en pas heden 11 millioen kilo rijst vrijgelaten, door de Stelling van AmsterdamGa naar eind*; en vet, thee, en koloniale waren dadelijk te verstrekken uit Indië; en 280 gram brood, en betere kwaliteit. Al hetgeen echter te niet gedaan door de onrust. | |
Woensdag 13 November 1918In het ochtendblad een proclamatie van de regeering, allen opwekkend tot bedaardheid, en met bericht voldoende voedingsmiddelen zullen loskomen van de Entente; maar aan het einde een vaste hand. Zijnde het haar plan zich niets te laten aanleunen, en bovendien alles op losse schroeven met het voedsel, bijaldien de rust niet bewaard. Waarover sprekende met den barbier, deze van oordeel het volk niet mede met de Bolsjewix, en zal alles wel losloopen. En nu ook de visschers weder uit te varen; en schijnt ieders doel in de eerste plaats weder volop voedsel te bezorgen, ter stilling van het misnoegen; doch vraag mij af of voile buiken de baldadigheid niet zullen bevorderen. En Blabbers uit de Kamer met bericht van een nuchtere rede van TreubGa naar eind*, en hoe alle partijen eenstemmig tegen de revolutie, en hoe ook onder de socialen zelf verdeeldheid; en zal volgens hem alles wel doodloopen; met kans Troelstra zich zóó blameert hij er uit zal moeten. Doch is het curieus te zien hoe ieder eensklaps voor hervorming, zelfs algemeen vrouwenstemrecht. Waarover, thuis gekomen, geredetwist met Amalia, dewelke van oordeel het er binnen 14 dagen. En mijn antwoord hierop ik het prachtig zal vinden, als de dames ons dan ook maar den kost geven en onze belasting betalen. |
|