De Eerste Wereldoorlog door Nederlandse ogen
(2007)–Rob Kammelar, J.M.J. Sicking, Menno Wielinga– Auteursrechtelijk beschermdGetuigenissen - verhalen - betogen
W.W.H. van Terwisga: Koningin Wilhelmina bezoekt de troepenLuitenant-Generaal W.H. van Terwisga (1861-1948) was tijdens de mobilisatie van 1914 commandant van de derde divisie en werd in 1915 benoemd tot Commandant van het Veldleger. In het Herinneringsboek 1914-1918, in 1919 uitgegeven door de Nationale Bond ‘Het Mobilisatiekruis’, kijkt hij terug op allerlei facetten van de mobilisatiejaren zoals problemen met de uitrusting van het leger, de opvang van de vluchtelingen en het tegengaan van het smokkelen. Hieronder volgt een kort verslag van een bezoek van koningin Wilhelmina aan de troepen in Brabant. Bij gelegenheid van een ander bezoek van Hare Majesteit stond op het oefenprogramma van een Brigade een nachtmarsch. Hare Majesteit stelde daarin bijzonder veel belang. En zoo gebeurde het, dat, na een bezoek aan avondcursussen in huisvlijt te Zevenbergen, de Koningin in den stikdonkeren nacht te paard steeg en, op den weg van Princenhage naar Etten, zich aan het hoofd der Brigade stelde, een eindweegs medemarcheerde en ten slotte de Brigade deed voorbijmarcheeren. Vlug waren een paar zoeklichten geplaatst, zoodat én op de standplaats van Hare | |
[pagina 326]
| |
Majesteit, die te paard op een weilandje ter zijde van den weg den voorbijmarsch gadesloeg, én ook op den voorbijmarcheerenden troep het licht viel. Een onvergetelijke dag was het, toen Hare Majesteit, troepen der IVe divisie geschouwd hebbende, ook aan het Hoofdkwartier van het Veldleger te Oosterhout de eer van Haar bezoek gaf, zich bij alle Afdeelingen (bureaux) op de hoogte stelde van den te verrichten arbeid en daarin zoo bijzonder veel belang stelde. Nu was in de standplaats van het Hoofdkwartier steeds een Bataljon Infanterie en een Regimentsmuziekkorps aanwezig. Een zeer ijverig plaatselijk Comité voor Ontwikkeling en Ontspanning had daar doelmatige (en dan ook druk bezochte) cursussen georganiseerd. Hare Majesteit vroeg of dien avond ook onderwijs werd gegeven. Doch het was Woensdag en op Woensdag waren er geen cursussen, doch werd er, bij goed weer, concert gegeven in den tuin van de Sociëteit, die dan voor alle militairen van het kantonnement toegankelijk werd gesteld. Dit concert wenschte Hare Majesteit weleens bij te wonen. En aldus geschiedde. Het was een prachtige Mei-avond. De tuin was stampvol. Op een klein hoogtetje waren, in het gras, voor Hare Majesteit en Haar gevolg eenige stoelen neergezet. De muziek van 7 R.I. bracht een heel opgewekt programma ten gehoore. De troep (een Bataljon van 18 R.I.) lag, voor zoover geen banken beschikbaar waren, in het gras. Het was een schilderachtig tafereel. Blijkbaar bekoorde het de Koningin dan ook bijzonder, want Zij dacht niet aan opstaan. In de pauze had Zij zich verschillende personen doen voorstellen en gaf aan ieder een bewijs van Haar belangstelling; de Directeur van het Vrijwillig Bataljonsmuziekkorpsje werd niet vergeten en straalde van genot, toen H.M. hem woorden van waardeering toesprak over hetgeen hij - soms ook buiten zijn gewonen dienst - deed om in den troep een opgewekten geest te bewaren. Na afloop van het concert verrees Hare Majesteit en de meer dan 1000 mannen stonden, in ongedwongen samenzijn, in dien tuin eerbiedig bijeen ten afscheid. Maar Hare Majesteit vertrok nog niet! Zij begaf zich te midden van den samengepakten drom soldaten, waarin zich naar gelang Zij voortschreed, een smalle gang vormde. En zij bleef nog geruimen tijd in hun midden, dan rechts een eind gaande en dan weer links, maar onvermoeid die mannen toesprekende, hun vragende naar hun belangen, naar hun gezinnen, naar hun bedrijven, naar hun welvaren. En die mannen antwoordden met een openhartigheid en een vrijmoedigheid, welke door den eerbiedigen toon en de correcte houding blijk gaven, dat zij goede soldaten waren, die beseften met hun Koningin te spreken. Ten slotte vertrok dan in den reeds laten avond Hare Majesteit naar Geertruidenberg (naar Haar treinrijruig, Haar ‘woonwagen!’), zeer tevreden over hetgeen Zij had ondervonden. Op Haar vraag wat dit nu voor landslieden waren, deelde ik Haar mede, dat het een Bataljon van het overwegend sociaal-democratische 18 R.I. was. Hetgeen Haar in den mond gaf de uiting: ‘Wat zijn dat vriendelijke menschen.’Ga naar eind* [...] |
|