De Eerste Wereldoorlog door Nederlandse ogen
(2007)–Rob Kammelar, J.M.J. Sicking, Menno Wielinga– Auteursrechtelijk beschermdGetuigenissen - verhalen - betogen
[pagina 285]
| |
Rubriek 10: AntimilitarismeVeel organisaties die zich inzetten voor de wereldvrede, verenigden zich tijdens de Eerste Wereldoorlog in de Nederlandsche Anti-Oorlog Raad, waarvan het tijdschrift De Toekomstige Vrede het officiële orgaan werd. Kleine strijdbare groepen vonden echter het pleiten voor internationale samenwerking, arbitrage bij conflicten tussen staten en het zover mogelijk terugdringen van de bewapeningswedloop niet ver genoeg gaan. Het antimilitarisme - te onderscheiden van het verwerpen van iedere vorm van geweld in de geest van Tolstoi en Gandhi - voerde actie tegen het in stand houden van nationale legers en dus ook tegen het vervullen van de militaire dienstplicht. Aan dat streven kon zowel een anti-kapitalistische maatschappijvisie als een christelijk-humane levensovertuiging ten grondslag liggen. Veel publiciteit kregen vooral de Nederlandse afdeling van de Internationale Anti-Militairistische Vereeniging (al in 1904 opgericht door de befaamde socialist-anarchist F. Domela Nieuwenhuis) en de Bond van Christen-Socialisten (opgericht in 1907, later vooral bekend geworden door toedoen van de predikant Bart de Ligt). Ook de inzet van de dichteres Henriëtte Roland Holst moet hier zeker worden genoemd. Gedurende de Eerste Wereldoorlog werden in Nederland ongeveer zeshonderd dienstweigeraars veroordeeld. ‘Geen man en geen cent voor het militarisme’ bleef ook later een bekende leuze. |
|