die zo'n periode zelf hebben meegemaakt. Wie bij een breed publiek - waarbij zeker ook gedacht moet worden aan scholieren en studenten - het nog steeds veel voorkomende misverstand wil wegnemen dat de Eerste Wereldoorlog indertijd grotendeels aan Nederland is voorbijgegaan ‘omdat ons land toen neutraal was’, kan dat het beste doen door de tijdgenoten zelf aan het woord te laten. Die overtuiging ligt ten grondslag aan de samenstelling van deze bloemlezing, die beschouwd kan worden als een vervolg op Het monster van de oorlog. Nederlandse liedjes en gedichten over de Eerste Wereldoorlog, in 2004 verschenen bij Nijgh & Van Ditmar te Amsterdam.
De vorm van geschiedbeoefening waarbij vooral gezocht wordt naar verhalen van ooggetuigen, is uiteraard al heel oud, maar beleeft op het ogenblik ook in Nederland een opbloei: vooral met het doel abstracte kennis om te zetten in een meer concrete ervaring en op die manier ook het ontstaan van historisch besef te bevorderen. Op reis gaan in de tijd is op zichzelf vaak al heel boeiend en meeslepend. Er is immers zo veel te zien, zo veel mee te maken, na te voelen, te herdenken ook. Wie teruggaat in de tijd, leert bovendien allerlei situaties in het heden beter begrijpen en interpreteren. Tegelijkertijd wordt men er zich dan sterker van bewust ook zelf in de tijd te staan en in allerlei aangelegenheden positie te moeten kiezen, omdat er bij nader inzien maar heel weinig ‘natuurlijk’ en ‘vanzelfsprekend’ is. Juist zo'n zoekende en relativerende houding voorkomt dogmatisme en fanatisme, waaruit - ook blijkens de Eerste Wereldoorlog - zelden of nooit iets goeds voorkomt.
Bij het kiezen van markante fragmenten uit de meer dan 350 directe of indirecte getuigenissen die wij tijdens ons onderzoek hebben verzameld, heeft niet de esthetische, maar de documentaire waarde van de teksten vooropgestaan. In een vijftiental rubrieken hebben wij geprobeerd recht te doen aan allerlei facetten van de beleving van de Eerste Wereldoorlog. In die inhoudelijk samenhangende afdelingen kan men bijvoorbeeld verslagen en verhalen aantreffen die handelen over de frontervaringen van soldaten, verslaggevers en hulpverleners, over de ondergang van getorpedeerde passagiers- en vissersschepen, over de angst voor overvliegende zeppelins. Ook blijkt er vaak geschreven te zijn over het getob van de overheid en het aanhoudende gemopper van de burgerij, over de pogingen van cabaretiers om de verveling in de kazernes en de forten te verdrijven, over de opvang van honderdduizenden vluchtelingen, over het optreden van hamsteraars, smokkelaars en andere oweeërs, over de gevolgen van de tekorten aan voedsel en brandstof en over het oprukken van de Spaanse griep. Ook de uitingen van woede en verontwaardiging over een oorlog die zo verschrikkelijk veel slachtoffers heeft gemaakt en zulke enorme verwoestingen heeft aangericht, moeten hier zeker worden genoemd, naast bijvoorbeeld de getuigenissen van aanhangers van de vredesbeweging of van een consequent antimilitarisme, naast de aanvallen op het nationalisme, de discussies over het optreden van het Duitse leger in België en het rumoer rond de vlucht naar Nederland van keizer Wilhelm II.
Bij het selecteren van de teksten hebben wij er ook naar gestreefd heel verschil-