Woord vooraf
Vaak beving me jaloezie wanneer ik oudere protestanten hoorde praten over
roemruchte dagen van vroeger. En nieuwsgierigheid ontbrandde in me wanneer ik
hen deemoedig iets hoorde mompelen over ‘vele fouten en tekortkomingen in het
verleden’. Dit was vooral het geval wanneer een duidelijk antwoord uitbleef op
de leergierige vraag welke die fouten en tekortkomingen dan precies waren
geweest.
Het ontstaan van dit boek heeft zowel met het een als het ander iets te maken.
Van heimwee en nieuwsgierigheid was ik vervuld toen de uitgever me benaderde
voor het schrijven van een boek over het vooroorlogse verleden der vaderen.
Wat wil dit boek zijn?
Zoekend naar een verduidelijkende ondertitel kwam ik tot: ‘Flitsen uit het
protestantse leven in Nederland in de jaren 1918 tot 1938’.
Ik bedoel daarmee o.a. te zeggen dat het boek nergens aanspraak maakt op
volledigheid. Het is het resultaat van een steekproef van wat aangetroffen werd
in de boekenkast der vaderen. Meer dan een stuk journalistiek wil het niet zijn.
De gebeurtenissen en toestanden zijn van vroeger. De keuze van de feiten is van
deze tijd. Vanuit die gezichtshoek bekeken is het ook 'n beetje een boek van nu.
Alles wat me boeide, schokte of ontroerde in de oude lectuur schreef ik op. Uit
ettelijke ordners vol notities is tenslotte dit boek gegroeid.
Het was niet mijn bedoeling het verleden mooier te maken, maar evenmin om de
vaderen er slecht te laten afkomen. Zowel aan het gevaar van voorvaderverering
als aan dat van voorvaderverguizing poogde ik te ontsnappen. Eerbied had ik
vooral voor feiten. Menig mooi verhaal bleef ongeschreven omdat het slechts
steunde op menselijk herinneringsvermogen. Aangezien mij meermalen bleek, dat
weinig feiten in het menselijk geheugen onvervormd bleven, ben ik tenslotte
vrijwel uitsluitend afgegaan op wat vastligt in oude boeken, kranten,
tijdschriften, brochures en andere documenten.
U kunt het boek gewoon achter elkaar lezen. U kunt er ook in gaan grasduinen, op
de wijze waarop u een krant leest. Beide manieren zijn mogelijk.
Hartelijk wil ik tenslotte de zeer velen bedanken voor de hulp die ik heb
ondervonden bij het verzamelen van materiaal voor dit boek.
Zomer 1964
Ben van Kaam