Zeemansliederen(1876)–H.C. Juta– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 35] [p. 35] In de haven. Een scheepjen in de haven landt Hojo, hojo! hojo, hojo! Gevuld met specerijen; Hojo, hojo! hojo, hojo! En menig flinke, jonge kwant, Met buidels, vol tot aan den rand, En harten vol verblijden: Hojo-jo, hojo-jo! hojo, hojo! Wel geurig kruid, wel blanke munt, Wat zult ge nu gaan dwalen; 't Is of ge nimmer einden kunt, Zoo komt, van ieder hoek en punt, Een ieder van u halen. En als dan 't schip is leeggehaald, Vindt koopman en vindt reeder Zijn specerij met goud betaald: Maar.... als uw zilver is verdwaald Matroos.... wáár vindt ge 't weder? [pagina 36] [p. 36] Een beetje pret, na leed en last, Wie zou het u misgunnen? Maar.... niet de zeilen vol gebrast.... Ei! leg een reefje, waar het past: Het zou eens stormen kunnen! dr. j.p. heije. Vorige Volgende