‘Niet zwaaien, schipper, voor stroom de sluis in.’
‘Klaar, loods.’
‘Den Schlepper vorn festmachen, captain.’
Bevelen klonken van de brug naar de bak waar het volk klaarstond om de sleper vast te maken. Het was gebruikelijk om de sluis tegen stroom in te varen, maar Scheltema had ondervonden dat het met gebruikmaking van de stroomnaad gemakkelijker voor stroom ging. Gemakkelijker ja, maar met meer risico.
Ze voeren dicht langs de peilschaal en langs het seinhuisje op het Noorderstaketsel aan de rechteroever. Het schip lag dwars in de monding van de inloop naar de sluis.
‘Hart Steuerbord das Ruder.’ Hij moest nu de stroomnaad pakken en dan met bakboord naar binnen varen.
‘Mitschiffs und hart backbord das Ruder.’
Verdomme, het schip komt niet. ‘Hart backbord.’
‘Das Ruder versagt!’
Twee sleepboten die aan het Zuiderstaketsel gemeerd lagen, zagen het gevaar, gooiden snel los en voeren weg.
‘Ik habe Sie gewarnt, das geht nicht klar, Lotse. Laß nur den Schlepper uns auf den Fluß ziehen.’
‘Das geht nicht, dann kollidieren wir mit dem großen Dampfer.’
‘Ich habe Ihnen gesagt es sei Wahnsinn...’
Maar Scheltema had de fluitlijn gegrepen en twee korte stoten waarschuwden de sleper om de kop naar bakboord te trekken. De sleepboot had het gevaar bijtijds gemerkt en terwijl Scheltema de machine op achteruit zette trok de sleper de kop in de juiste richting.
‘Sag dem Schlepper das Ruder versagt.’
Weer klonken bevelen naar de bak en heel voorzichtig sleepte de boot de Hilde Fisser met het roer hard stuurboord de sluis in.
‘Wir liegen fest, captain.’
‘Ja schon gut, aber wie komme ich auf meinen Liegeplatz?’
Intussen waren gealarmeerde machinisten bezig naar het scheen de elektriciteitskast te slopen.
‘Frage mal den Docklotse, captain.’
‘Komm mal mit nach unten, Lotse.’
Ze gingen de kapiteinshut binnen en Scheltema liet zich op de sofa vallen. Plotseling voelde hij zich doodmoe. De gezagvoerder vulde het loodsenbriefje in en overhandigde het daarna aan Scheltema. Vervolgens haalde hij uit de kast tegenover de sofa een nieuwe fles Weinbrand Uralt en zette twee glazen op tafel.
‘Und jetzt trinken wir uns besoffen.’
Voor hij echter de glazen had ingeschonken werd het gordijn naast