Sneller dan de meeste van zijn jaargenoten haalt hij 5 april 1962 zijn doctoraaldiploma met een scriptie getiteld: ‘De invloed van verschillen in produktiviteitsontwikkelingen in onderscheiden landen op de lopende rekening van de betalingsbalans.’ Hij slaagt cum laude.
Een maand na zijn afstuderen gaat Lubbers in militaire dienst. Hij brengt zijn periode in het leger, die loopt tot het najaar van 1963, door bij de luchtmacht.
Hij trouwt 10 oktober 1962 met zijn buurtgenote Maria Emilie Josepha (‘Ria’) Hoogeweegen, geboren 12 november 1940. Zij is dochter van Richard Henri Marie Hoogeweegen, advocaat in Rotterdam, en Petronella Maria Hoogeweegen-Buskens. Precies een maand na het burgerlijk huwelijk volgt de plechtige huwelijksinzegening in de kerk van de Heilige Lambertus aan de Hoflaan in Rotterdam.
1963: De vader van Ruud Lubbers overlijdt 19 november na een korte ziekte. Samen met zijn drie jaar oudere broer Rob neemt Lubbers de leiding over van Lubbers' constructiewerkplaats en machinefabriek Hollandia, het bedrijf van zijn vader in Krimpen aan den IJssel. Ruud wordt directie-secretaris.
Hij volgt zijn vader op als onbezoldigd bestuurder in een aantal organisaties voor binnenschippers. Op 4 december wordt de eerste zoon geboren: Paul Christiaan Marie.
1964: Lubbers en zijn vrouw worden lid gemaakt van de KVP, omdat het bestuur van de KVP-Rotterdam Lubbers kandidaat wil stellen voor de verkiezingen van de eerste Rijnmondraad. Ze betalen 25 gulden contributie per persoon per jaar. Lubbers voelt zich enigszins opgelicht, want de reguliere contributie bedraagt 5 gulden.
De najaarsvergadering van de Katholieke Jonge Werkgevers Vereniging, die op 3 oktober in Vught wordt gehouden, benoemt hem tot penningmeester van het dagelijks bestuur.
1965: Lubbers wordt mede-directeur van Hollandia. De Katholieke Jonge Werkgevers Vereniging kiest hem 27 november tot voorzitter. In die functie is hij tevens lid van het bestuur van het Nederlands Katholiek Werkgevers Verbond.