sevier's werkende dichteres Hélène Swarth. Hij heeft op betrekkelijk jonge leeftijd al een uitgebreide staat van dienst als journalist. Zo is hij van 1884 tot 1894 correspondent in Parijs, werkt hij als kunstredacteur bij dagblad Het Vaderland, en leidt hij tot 1897 het maandblad Los en Vast. Van 1896 tot 1899 (en later van 1918 tot 1932) redigeert hij het tijdschrift Het Tooneel. Biograaf Jeroen Brouwers schrijft over hem: ‘Van literatuur had hij in zoverre geen verstand, dat hij het zelf niet kon vervaardigen, maar uit zijn journalistieke werk blijkt dat hij over veel kunstzin en goede smaak beschikte.’
Lapidoth staat positief tegenover een moderne stroming als het symbolisme, zodat hij volgens Robbers bijzonder geschikt is om jongere lezers aan het blad te binden. In het begin is de koersverandering van het blad nog niet zo duidelijk. Er worden weliswaar vaker besprekingen van werk van jongere kunstenaars opgenomen, maar uiterlijk blijft alles bij het oude. Vanaf januari 1901 heeft het tijdschrift een nieuwe, groene, art nouveau-achtige omslag, ontworpen door de kunstenaar Wijnand Otto Jan Nieuwenkamp. De ondertitel wordt veranderd in Oorspronkelijk Nederlandsche kunst in woord en beeld, het formaat wordt vergroot en getekende illustraties worden grotendeels vervangen door foto's. Daarmee verandert Elsevier's onder leiding van Lapidoth van een behoudend negentiende-eeuws geïllustreerd letterkundig tijdschrift in een eigentijds algemeen kunstblad.
In 1900 is Lapidoth betrokken bij de oprichting van De Nieuwe Courant. Daar ontfermt hij zich, tot zijn dood in 1932, over de rubriek kunst en letteren.