Oosterbeek. Na enige tijd vertrekt hij naar Parijs, waar hij een contract sluit met kunsthandel Goupil. Hij neemt lessen bij de aan deze firma gelieerde schilder Jean-Léon Gérôme. In korte tijd ondergaat Kaemmerers werk een metamorfose. In plaats van Hollandse landschappen maakt hij frivole Franse genrestukjes, die Goupil ook als foto's in grote oplage verkoopt.
Kaemmerer neemt in 1870 deel aan de Salon de Paris. Hij wint op deze expositie geen prijs, maar zijn gewilde schilderijen binden hem verder aan de Franse hoofdstad. Vier jaar later krijgt hij op deze tentoonstelling de gouden medaille. Hij opent zijn eigen atelier aan de Boulevard de Vaugirard. In die tijd is zijn werk in Nederland slechts sporadisch te zien, met uitzondering van de luchtige illustraties die Kaemmerer vanaf 1891 maakt voor Elsevier's. Daar komt in 1889 verandering in als Kaemmerer de gouden medaille wint op de Wereldtentoonstelling in Parijs. In datzelfde jaar wordt hij in Parijs lid gemaakt van het Legioen van Eer. Kaemmerers stijl slaat vooral in de Verenigde Staten aan en hij mag dan ook steeds meer Amerikanen tot zijn klantenkring rekenen.
Werk van Kaemmerer is onder andere in bezit van het Stedelijk Museum te Amsterdam en het Kröller-Müller Museum in Otterlo. Ook in buitenlandse musea is zijn werk te zien, waaronder het Musée des Beaux-Arts te Mulhouse, het Glaspalast te München (verwoest in 1931) en het Clark Art Institute te Williamstown, Massachusetts.