Elsevier's Maandschrift. Over Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift 1891-1940
(2016)–Arendo Joustra– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 94]
| |
A.M. Hammacher & J.G. van Gelder
| |
[pagina 95]
| |
Ook het tijdschrift. Want wij herwinnen haar medewerking, niet als essayiste, maar thans als schrijfster van korte verhalen, romans en verzen. Zoo wordt het samengaan tenslotte niet verbroken, maar veranderd voortgezet. Nog met Top Naeff is een nieuwe vorm voorbereid, welke aesthetisch beter aan onze wenschen voldoet, welke illustratief meer mogelijkheden bevat en welke géén van de beginselen, die Elsevier's Maandschrift richten, te kort zal doen. Het is de derde essentieele verandering die het tijdschrift typografisch zal ondergaan. De tijden zelf stellen eischen en het tijdschrift heeft zich - wil het zijn bewegelijkheid en actieve werking niet verliezen - daarnaar te voegen. De afbeeldingen zullen thans weer als vroeger in den tekst worden opgenomen; literatuur - ook essay's - en bijdragen over beeldende kunst zullen minder straf gescheiden verschijnen, door den vorm reeds mét elkaar verbonden. Het hooger beginsel, zooals wij het eens stelden: ‘het in één verband brengen van de kunsten, het scheppend literaire en de beeldende kunsten’ willen wij onverzwakt, maar nog hechter dan vroeger, handhaven. Wij keeren gedeeltelijk terug tot een vorm, welke ook vóórdien voor dit maandschrift de gebruikelijke was. Lettertype, papier en indeeling zullen beantwoorden aan de eischen die de minnaars van ‘het schoone boek’ gewoon zijn te stellen. Dit zijn echter uiterlijke verschillen, die wij als redactie slechts als even zoo vele verbeteringen kunnen zien. De vervanging echter van een figuur als Top Naeff brengt ongetwijfeld een even merkbare en meer naar binnen gerichte wijziging mede. Haar plaats zal worden ingenomen door Prof. Dr. J. Tielrooy. Wie het eminente werk van dezen veelzijdigen essayist kent en zijn verdienste voor de Nederlandsche letteren, | |
[pagina 96]
| |
die voor het buitenland in hem een voortreffelijk pleitbezorger hebben gevonden, zal zich met ons verheugen, dat hij bereid bleek deze functie te aanvaarden. Moge zijn arbeid aan het tijdschrift vruchtdragend blijken voor het letterkundig en geestelijk leven van ons land. |
|