Utrecht nog voordat het Scandinavische echtpaar een voet in Afrika had gezet.
Terwijl op de plantage bomen worden gekapt om plaats te maken voor de koffieplantjes, ligt Karen Blixen met een hevige koorts op bed. De Somalische bediende Farah verzorgt haar tijdens de zware malaria-aanvallen ‘beter dan een blanke meid’. Bror heeft andere zaken aan zijn hoofd. Vanuit het zadel geeft hij leiding aan de werkzaamheden van de twaalfhonderd arbeidskrachten.
Het grootste deel van het management kan Bror overlaten aan zijn zes blanke opzieners, zodat hij zelf weer ongestoord, maar nu niet langer als vrijgezel, kan feestvieren in Nairobi of jagen in de wildernis. Hij is een driftig participant in het sociale leven van de kolonie en met zijn blonde haar, blauwe ogen en onweerstaanbare glimlach, maakt hij veel veroveringen. Bij zijn vrienden in Kenia staat hij bekend als een enigszins nonchalante, maar wel gulle en sympathieke Zweed. Geen intellectueel, maar wel een sportieve kerel.
Bror, die als grootwildjager Robert Wilson voorkomt in Hemingways verhaal Het korte gelukkige leven van Francis Macomber, verwerft zich al snel een zekere reputatie in de kolonie. Als Bror een safari begeleidt, krijgen de mannen die hun vrouw meenemen het advies een reserve dame uit te nodigen voor het geval Bror diep in de jungle met hun echtgenote het bed induikt. ‘Hij nam altijd een dubbelbreed veldbed mee op safari, in verband met meevallertjes die misschien zijn deel zouden worden,’ schrijft Hemingway over Robert Wilson.
Eens moet Bror met een vriend in de deuropening van de Muthaiga Club hebben staan kletsen toen hij op het terras een mooi meisje ontwaarde dat met haar rijke vader voor een safari naar Kenia was gekomen. Hij begon onmiddellijk met haar te flirten en stapte, zeker van zijn succes, na een minuut of tien naar voren om, met een gebaar naar de schoonheid, uit te roepen: ‘Zie je dat daar, wel, dat is voor mij vannacht.’ Later zou hij aan de bar vertellen hoe goed zijn voorspelling was uitgekomen.