had laten liggen en haar had overgeleverd aan de goedertierenheid van anderen, de prostitutie bijna.
Karen Dinesen en haar twee zusjes hebben nooit een school bezocht. De drie meisjes, immer gestoken in identieke kleren, kregen privé-lessen van gouvernantes, die vader Dinesen het liefst had uitgekozen op hun vaardigheid met rode wijn. Hij was namelijk de enige die aan tafel dronk en vond het zonde om de andere helft van de fles door de gootsteen te spoelen.
Van hun moeder en van hun tante en hun oma, die in het nabijgelegen landhuis Folehave woonden, leerden de meisjes Frans, Duits en Engels. Maar daar bleef het bij. ‘Ik weet nog steeds een heleboel dingen niet die algemeen bekend zijn,’ zei Karen Blixen een paar jaar voor haar dood in een toespraak voor een Amerikaans publiek.
De privé-lessen konden makkelijk worden betaald. Haar moeder, op 5 mei 1856 geboren als Ingeborg Westenholz, kwam uit een geslacht van rijke Deense kooplui. Het is de familie van haar moeder geweest die voor de plantage in Afrika het kapitaal fourneerde. Desondanks voelde Karen Blixen zich altijd meer aangetrokken tot haar vaders familie. Wilhelm Dinesen beschouwde zijn dochter Karen, die als kind haar naam had verhaspeld tot Tanne, als zijn lievelingetje. ‘Ea en Elle kunnen wel voor zich zelf zorgen, maar mijn hart verlangt naar de kleine Tanne.’
Wilhelm Dinesen, geboren op 19 december 1845, kwam uit een familie van grootgrondbezitters en was zoon van een militair. Zijn vader Adolph Wilhelm Dinesen (1807-1876) had ooit - hij was even zonder oorlog - met Hans Christian Andersen een stukje door Italië gereisd, van Milaan naar Rome. De jonge luitenant had Andersen, die toen nog geen beroemd schrijver was, echter snel vaarwel gezegd toen deze zijn genegenheid voor de jongere Dinesen al te openlijk liet blijken.
Karens vader was al even avontuurlijk en reislustig als zijn eigen vader. Als jonge man, zo ging een familieverhaal, was Wilhelm Dinesen of aan het vechten, of aan het jagen, of