Dat Hendrik Jan zelf dacht dat hij geen publiekslieveling was, had wellicht te maken met de route die hij als auteur koos: nooit de gemakzuchtige formulering, nooit de gemakkelijkste onderwerpen, nooit de gratuite verontwaardiging. Hij schreef in zorgvuldig gekozen woorden, gebaseerd op gedegen lectuur, over de ingewikkelde vraagstukken van onze tijd: immigratie en integratie, de verhouding overheid-burger, de complexe veranderingen in het (partij)politieke landschap. Zo creëerde hij voor zichzelf een unieke positie, waarmee hij een originele gids was in het denken over de problemen in de samenleving.
Een gids was hij ook als leidinggevende: een journalistieke manager - of sturende journalist - die velen inspireerde om op serieuze manier, bij wijze van contra-expertise, het landsbestuur te controleren. Hij was een mentor voor al diegenen die geen genoegen nemen met de waan van de dag of de lokroep van de kudde. Met die houding voedde hij een generatie journalisten op die nu bij diverse media actief is.
De crematieplechtigheid op 12 september vond plaats in besloten kring. Omdat de redacties van Elsevier en de Volkskrant sterke behoefte voelden aan een eigen afscheid, werd in overleg met de familie de herdenkingsbijeenkomst in De Rode Hoed georganiseerd. En omdat de daar voorgedragen teksten intens en memorabel waren, is besloten ze in dit boek te bundelen, tezamen met de vele necrologieën die in diverse bladen zijn ge-publiceerd in de dagen na het overlijden van Hendrik Jan. Zo is een document ontstaan dat de getuigenis is van een welbesteed, maar helaas te kort leven.
Amsterdam/Den Haag, oktober 2007
Arendo Joustra, Remco Meijer en Herman Vuijsje