Bij de derde druk.
Dat ‘Het Bijenboek’ in zo'n betrekkelijk korte spanne tijds zijn derde druk zou beleven, had ik bij het opstellen van de eerste druk niet kunnen verwachten, noch durven hopen.
Het taalgebied is klein en het aantal imkers beperkt. Dat deze handleiding toch nog een derde druk beleeft, kunnen we gerust op rekening stellen van de leergierigheid van onze imkers. Zij toch hebben blijkbaar het woord van von Berlepsch: ‘leert theorie, anders blijft ge Uw gehele leven een practische stumper’ tot het hunne gemaakt.
Dat het mij verheugt de hand te kunnen leggen aan de derde druk behoef ik niet te zeggen. Mijn doel, de imkers te laten lezen en te laten studeren is hiermede bereikt; de bijenteelt is het meer dan waard!
Deze druk ziet het licht in een tijd, dat ons land door een vreemde mogendheid bezet is. Veel is er veranderd, veel zal er misschien nog veranderen, doch de liefde tot de bijenteelt blijft!
Welke invloed deze veranderingen op de bijenteelt zullen hebben is op het ogenblik nog niet te zeggen en voorspellingen te doen ware zeer voorbarig, doch dat de imkers niet bij de pakken gaan neerzitten is wel vanzelfsprekend. Dat zou geheel tegen de aard van onze landgenoten en meer in het bizonder tegen die der imkers zijn. Juist in tijden van tegenspoed tonen zij zich op hun best!
Mijn aanvankelijk plan was om de leerstof op een geheel andere wijze te bewerken. Na het boek nog eens doorgenomen te hebben en na rijp beraad, ben ik daarvan teruggekomen. Wel zijn in deze druk veel wijzigingen aangebracht en heb ik het hoofdstuk ‘De bedrijfswijze in de Wolfenbüttler Kuntschzzwilling’ door een meer urgent n.l. ‘Het houden van bijen door fruittelers’ vervangen.
Het is mij bovendien gebleken, dat velen en vooral beginners, nogal eenige moeite hebben met de terminologie, vooral omdat men in verschillende streken van ons land niet steeds dezelfde benamingen bezigt. Daarom voegde ik er een lijst van vaktermen bij. Geheel volledig zal de door