In het kokosdistrikt
Badaw, met een harde bons legt de veerboot aan.
Even later staat het trio op Coroniaanse bodem, het distrikt dat bekend staat om zijn kokos, honing en varkens, Maar ook om Tata Colin, een held uit de slaventijd. Edje heeft eens een verhaal gehoord over deze negerslaaf, die zijn lotgenoten leerde voor de vrijheid te vechten.
Ze rijden al tien minuten en er is nog geen kokospalm te zien.
‘Is dit het beroemde kokosdistrikt?’ vraagt Sonny teleurgesteld.
‘Even geduld mannen, straks krijg je er genoeg te zien,’ antwoordt Roy.
Het is erg droog weer en grote stofwolken dwarrelen op. Van de auto's die achter de bus rijden is haast niets te zien.
Tûtûût, tûtûût, ongeduldig drukt de man op zijn klakson.
Nu kan Roy opzij en roets, daar gaat hij. Ze krijgen een heleboel stof te slikken.
Eindelijk zien ze de eerste palmen. De straatweg is erg smal, de bomen staan zo dichtbij dat de toppen elkaar raken. Het is een prachtig gezicht, maar zeer gevaarlijk voor het snelle verkeer.
De zandweg slingert zich met scherpe bochten door het kokosbos.
Duizenden bladeren wuiven een stille groet. De bomen zijn beladen met noten.
Merkwaardig, bijna alle plaatsen die ze voorbijgaan, hebben Engelse namen. Inverness, Hamilton, Mary's Hope. En zelfs een