Het feest kan beginnen
‘Mama, ma, ma ik ben over naar de vijfde klas.’
Schreeuwend komt Edje de keuken binnenstormen.
‘Kalm aan, rustig jongen, laat me je rapport eerst zien.’
‘Mama, nu mag ik toch gaan hè?’ vraagt Edje opgewonden.
Hetzelfde toneel speelt zich in nog twee andere huizen aan de Keizerstraat af. Edje, Sonny en Glenn, drie vrienden, zijn allen over naar de vijfde klas. Een oom van Sonny die in Nickerie woont, heeft de jongens uitgenodigd twee weken van de grote vakantie in zijn distrikt door te brengen.
Ze moeten natuurlijk overgaan.
Nu is het dan zover, het feest gaat door.
's Middags zitten de drie kameraden op het erf van Sonny onder een manjaboom en maken plannen voor de komende tijd.
‘Denk eraan dat je je buks meeneemt hoor Glenn en doe er vooral de kogeltjes bij.’
Geen van de jongens kan die avond makkelijk in slaap komen. Twee weken naar Nickerie!
De volgende morgen, reeds om zes uur, is Edje wakker. Zijn koffertje en een grote zak met broodjes en snoep staan bij de voordeur.
‘Kom Ed, eet je brood op en laat je thee niet staan, jongen.’
Maar onze Ed hoort de vermanende stem van zijn moeder niet. Hij kijkt naar zijn vriendjes uit.
Zijn vader rijdt het drietal naar de Heiligenweg, vanwaar de bussen naar Nickerie vertrekken. Hai, daar staat hun bus. Vlug stappen de jongens in. Ze vinden een mooie plaats voorin, naast de chauffeur.
Na een kwartier is de bus vol, tjokvol. Nog even wuiven naar vader en daar gaan ze!